Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Vraag1

Zzp’ers zijn er in vele varianten. Ze dragen met flexibiliteit bij aan economische dynamiek en veerkracht van de maatschappij. Zij hebben zelfbeschikkingsrecht en contractsvrijheid (art. 8 jo. 1 EVRM). Voor ‘de optimale werking van contractsvorming’ hebben zij geen wet nodig maar een jurist voor advies, maatwerk-contracten en algemene voorwaarden (dure advocaat is niet nodig).
Het zzp-speelveld is van zakelijke aard, met concurrentie, ook op tarieven en risicoverdeling. De overheid behoort dat niet te verstoren. Art. 7:611 BW biedt al een beschermingsgrondslag bij machtsmisbruik door werkgevers (gedwongen zzp). Het voorstel legt het accent op schijnzelfstandigheid, niet op schijnopdrachtgeverschap. Waar interim-relaties via overheidsaanbestedingen lopen, kunnen ze al naar fatsoenlijke omgang met zzp’ers worden ingericht. Zolang opdrachtgevers en intermediairs nog terughoudend zijn als een zzp‘er met algemene voorwaarden komt, is er nog een weg te gaan mbt schijnopdrachtgeverschap.
De beoordeling van contacten is werk van juristen. Zij kunnen partijen daar duidelijkheid en advies over gegeven, ook zodra grijze gebieden meer ingevuld zijn. Het zou onwenselijk zijn economische actoren ter ‘verbetering van de handhaving op schijnzelfstandigheid’ te onderwerpen aan grillen van de Belastingdienst. Met grijze gebieden liggen kunstgrepen en machtsmisbruik weer op de loer. Het ontbreekt al jaren aan rechtsbescherming (bv. urencriterium, Toeslagenaffaire). Economische actoren worden zo speelbal van de overheid.
Zelfstandigenaftrek moest ondernemerschap bevorderen, belastingverlichting geven, afstemming van heffing op functies van winstinkomen (consumptie, investeringen en reserveringen) en doorgroei stimuleren. Het is moeilijk denkbaar dat het algemeen belang ermee gediend is die af te bouwen bij innovatie, crisissen, etc. - behoefte aan dynamiek en veerkracht. Zzp’ers hebben (ongeacht verdienmodel) nog steeds winstinkomen en moeten gewoon investeren, reserveren en inspelen op allerlei ontwikkelingen. Het idee speelvelden gelijk te willen trekken, is niet te volgen.

Kamerstukken II 2008/09, 32128, 3, p. 88 / 1982/83, 17 943, 1-3, p. 5 / 2011/12, 33003, 3, p. 20 / 2011/12, 330033, 3 p. 19, V-N 2011/542, p. 46.