Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Rotterdam
Datum 13 oktober 2023

Vraag1

Geen specifieke vraagstelling. U kunt reageren op alle onderdelen.
Het is de vraag of een kwestie die speelt op het niveau van belasting- en premieheffing, in het arbeidsrecht moet worden opgelost. De benadering van aansluiting bij een minimaal uurtarief om het onderscheid zelfstandige/werknemer aan te houden, strookt daarnaast niet met de holistisch benadering (= alle omstandigheden van het geval in acht nemen) die de HR voorschrijft. Vanuit de praktijk/rechtspraak heeft dit tot 20-25 criteria geleid die meewegen bij de vraag of sprake is van zelfstandigheid of niet. Het uurtarief waartegen wordt gewerkt is daarbij slechts één factor en zeker niet een maatgevende. Daarnaast lijkt de regel van een minimaal tarief per uur eenvoudig te passeren door een hoger tarief af te spreken, maar niet alle uren in rekening te brengen. Ook bij aanneming van werk tegen een vaste som (wat enkel bij een overeenkomst van opdracht zal kunnen) is het uurtarief onduidelijk en laat zich dus lastig toetsen.
Het lijkt er sterk op dat de wens bestaat vanuit dit wetsvoorstel om uiteindelijk de zpp-er die aan de onderkant van de markt opereert, tegen zichzelf te beschermen. Dit omdat mede is gebleken dat deze zich niet/slecht zou verzekeren tegen bepaalde risico's en onvoldoende oudedagsvoorziening opbouwt. Los van de vraag of dit wellicht bewuste keuzes zijn en wat dan de norm zou moet vormen. kan dit beter worden opgelost middels een premieheffing zw/wia ten laste van de zzp-er. Dit verkleint ook het fiscale gat tussen zelfstandig ondernemen en werknemerschap, waardoor de schijnzelfstandigheid zich zal beperken.