Wetvoorstel wijziging rentepercentage lening hoger onderwijs

Reactie

Vraag1

Na het invoeren van het leenstelsel, jarenlange vermindering van de rijksbijdrage per student, en de doelmatigheidskortingen worden studenten nu voor de vierde keer in korte tijd de dupe van het rendementsdenken van Den Haag.
Het wetsvoorstel noemt dat deze maatregel nodig is om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te kunnen garanderen, maar de structurele onderfinanciering van het hoger onderwijs is een bewuste beleidskeuze van het kabinet geweest. Daar kan je niet de student voor op laten draaien. Nederland loopt nog steeds één procentpunt van het BBP achter op vergelijkbare Europese landen wat betreft de financiering van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Hierdoor moeten medewerkers, naast dat het onderwijs voor studenten duurder is geworden, structureel overwerken om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven geven.
Door de eerder genoemde financiële maatregelen en de verschoolsing in het hoger onderwijs, is studeren voor bijna niemand meer een periode in je leven waarin je de tijd kan nemen om jezelf als persoon te ontwikkelen, maar slechts een verlenging van het voortgezet onderwijs. Participatie in studie- en studentenverenigingen daalt, en een bestuursjaar moet bijna altijd gecombineerd worden met het behalen van alle vakken om competitief te kunnen blijven op de arbeidsmarkt. Deze maatregel zal alleen maar verder bijdragen aan de verloedering van de sociale en professionele ontwikkeling van deze generatie, en de verhoging van de prestatiedruk.
Want ook al zal op een gemiddelde lening deze maatregel slechts een paar honderd euro aan rente opleveren, voor velen zal dit alsnog gezien worden als een drempel om daadwerkelijk te gaan lenen in plaats van een dag minder te werken. Dat is nu al te merken bij een renteloze lening, doordat een veel kleiner aantal studenten er de afgelopen paar jaar voor gekozen heeft om op kamers te gaan wonen en steeds meer studenten kampen met burn-out-klachten. Dit alles is funest voor een kenniseconomie als Nederland.