Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Overveen
Datum 25 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Ik vind, in algemene zin, dat de huidige forfaitaire belastingheffing op vermogen al veel te lang wordt toegepast. De voorgenomen wijziging per 2027 is veel te laat. Het betekent dat er nog jaren belasting wordt geheven op oneigenlijke grondslag. Bijna iedereen is het er wel over eens dat voortgaan op de bestaande weg niet mogelijk is: het leidt in feite tot ontneming van eigendom door de overheid en is in strijd met internationale verdragen en dus de facto onrechtmatig. Ik vind het een blamage dat de Nederlandse overheid de invoering van een rechtmatige grondslag telkens weer heeft uitgesteld, te faveure van de staatskas.
Kort samengevat: de invoering moet veel sneller!

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
Ik vind dat vermogen en vermogensaanwas geheel onbelast moeten worden. Alleen gerealiseerde inkomsten (onderaftrek van negatieve inkomsten/gerealiseerde verliezen) moeten worden belast met een vast/vlak tarief. Gerealiseerde/geleden verliezen, kosten, betaalde rente op schulden etc. moeten gewoon worden gesaldeerd. Een dergelijke opzet maakt het mijns insziens onaantrekkelijk om fiscaal gemotiveerde transacties uit te voeren.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
Ik vind dat vermogen en vermogensaanwas geheel onbelast moeten worden. Alleen gerealiseerde inkomsten (onderaftrek van negatieve inkomsten/gerealiseerde verliezen) moeten worden belast met een vast/vlak tarief. Gerealiseerde/geleden verliezen, kosten, betaalde rente op schulden etc. moeten gewoon worden gesaldeerd. Een dergelijke opzet maakt het mijns insziens onaantrekkelijk om fiscaal gemotiveerde transacties uit te voeren.

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Het bezwaar van de banken is begrijpelijk, maar niet heel erg relevant. De banken zijn immers geen partij, de vermogende burgers zijn de wederpartij van de belastingdienst. De vermogende burger zal gewoon zelf de bedoelde gegevens moeten invullen en complex is dat niet. De burger kan gewoon een staatje bijhouden van alle transacties met een vermogenscomponent, tegen de op dat moment geldende valutakoersen. Als dat heel veel moeite is, gaat het kennelijk ook om heel veel transacties: de vermogende burger zal zijn vermogensbeheer (moeten) aanpassen aan de eisen van het nieuwe box 3 regime.

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Ik vind dat alle vermogensbestanddelen gelijk behandeld moeten worden (zonder belasting op aanwas, zie hierboven), met uitzondering van de waarde van eigenwoning en roerende goederen. Rente op consumptieve schulden zou niet moeten worden uitgezonderd. Maak je die uitzondering wel, dan ontstaat er een definitieprobleem: wanneer is een lening een consumptieve lening? Een extreem voorbeeld: ik leen geld om te kunnen gokken, dan is dat een consumptieve lening? Leen ik geld om te kunnen beleggen, dan is dat geen consumptieve lening? Ook niet als ik daarmee in junkfondsen beleg? Eenzelfde probleem is er ook al met het aangaan van een hypotheek: ik neem een hypotheek terwijl ik over voldoende middelen beschik om mijn eigenhuis met een veel lagere hypotheek (of helemaal geen hypotheek!) te kunnen kopen. Het geld dat ik overhoud kan ik consumptief besteden. Ik vind dat de overheid zich niet moet bemoeien met hoe ik mijn geld aanwend. Er blijven genoeg lastige overganskwesties over: wanneer zijn roerende goederen toch wel deel van Box3 vermogen? Een kunstverzameling, kostbare juwelen, antieke auto's, jachten, etc. etc.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Ik vind dat de afbouw van de wet Hillen moet worden teruggedraaid. Deze maatregel is uit de formatieonderhandelingen Rutte III gekomen, zonder dat betrokken partijen dit punt in hun verkiezingsprogramma hadden staan. Het is een gotspe dat zoiets tot stand komt en daarmee een demonstratie van gebrekkig functioneren van onze democratie! De Tweede Kamer moest dit in achterkamertjes bekokstoofde plan slikken om toch maar tot een missinaire regering te komen.
Het adres waarop je staat ingeschreven is je woning. Per gezin is één woning deel van Box 1. Verhuur je die woning een deel van het jaar, dan zou je de inkomsten van verhuur moeten opgeven als Box 1 inkomen. Woon je in werkelijkehied elders, dan fraudeer je. De grens is arbitrair en ik heb daar geen precieze mening over.
Over deelvraag b vind ik het onbegrijpelijk dat een woning die je eerst een tijdje als belegging hebt gehad, daarna niet meer zou kunnen dienen als eerste woning. "Om arbitrage te voorkomen" vind ik ten principale een onacceptabel argument. Mag ik niet meer wonen in een woning die ik vroeger heb verhuurd?