Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Leeuwarden
Datum 11 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Wat ik vooral lastig vindt en voor mij oneerlijk voelt is dat als je hard werkt en over dat verdiende geld al dik belasting betaald, en verstandig met je geld omgaat cq, niet alles over de balk smijt, zodat je nu niet en in de toekomst niet, je handje hoeft op te houden voor een uitkering, dit afgestraft wordt. Mensen die wel kunnen werken, maar niet willen, krijgen gratis geld en betalen amper belasting. Verder is het voorstel voor zowel de burger als de belastingdienst amper uitvoerbaar. Dit voorstel veroorzaakt een enorme administratieve rompslomp. Jaarlijks belasting betalen over rendement wat nog niet ten gelde gemaakt is, wat een jaar later weer verdampt kan zijn, dat weer moeten verrekenen. Dit zorgt er ook voor dat de belastinginkomsten voor de overheid enorm gaan fluctueren en zelfs terug gaan lopen. Dit omdat er aandelen verkocht moeten worden om de belasting te betalen, dus minder aandelen, steeds minder rendement, dus steeds minder belastinginkomsten voor de overheid. Het is beter om de belasting te heffen bij het daadwerkelijk ten gelde maken van het rendement. Dit zorgt er ook voor dat particulieren blijven investeren, wat nodig is om de economie draaiende te houden en te stimuleren.

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Niet mee eens. De auto uit het voorbeeld wordt al belast door BPM, wegenbelasting, accijns op brandstof. Alles wat gedaan of gekocht wordt met een consumptieve schuld, wordt belast. Dus die aftrekbaarheid hoeft niet beperkt te worden.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Mijn voorkeur zou uitgaan naar een percentage, hoewel ik 70% nog vrij hoog vindt.
Dat een woning niet terug mag onder het regime van forfait is natuurlijk helemaal krom. Als je weer kan aantonen dat je aan de regels van het regime van het forfait voldoet, moet je daar weer gebruik van kunnen maken.