Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam A Vosters
Plaats Bladel
Datum 5 oktober 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Belasting gaan heffen op winst van eigen woning is volledig uit den boze, daar moeten jullie met je handen vanaf blijven.
We betalen al voldoende belasting in Nederland.
De regering moet eerst het lek aan de uitgifte kant afdichten anders gooien we dit nieuwe stelsel in een bodemloze put en moeten er dadelijk nog meer regelingen opgetuigd worden om werkende mensen be3lasting te laten betalen.
Begin bij diegene die niets voor de samenleving doen en alleen maar hun handje open houden!!!!!!!! En dagelijks op onze rug zitten en waar wij onszelf voor krom werken!

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a: 1e eigen huis vrij van alles
2e / 3e / 4e pand max ( totale waarde incl. eigen huis <€ 2.000.000 ) wetgeving niet wijzigen, huidige regelingen van Box 3 ) Dit zijn de kleine beleggers die vaak door hard werken / dubbel banen enz... geld verdient hebben en dit in onroerend goed gestoken hebben om er later van te kunnen leven, = aanvulling op hun pensioen.
> 5 panden of meer of hogere totale waarde dan € 2.000.000 dan zou dit bedrijfsmatig beleggen moeten worden = btw plichtig maken, dus btw over huur innen en de overige winst komt bij het inkomen bij waarover via de normale schijven belasting wordt betaald.
Dan heb je een eerlijke regeling die aansluit bij wat er in andere landen binnen Europa gebeurd!

De verdere opbouw van de nieuwe regeling is pure diefstal!

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
Het effect van de nieuwe regeling zal zijn dat de beleggers de huren of gevraagde rentepercentage voor geld leningen gaan verhogen. Immers hun willen uiteindelijk toch weer terug naar het netto rendement van voor deze nieuwe regeling. Dus de huurders en de start-ups krijgen op termijn de rekening gepresenteerd, dat is dus niet wenselijk lijkt mij.

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Maak maar een simpele goed werkende makkelijke regeling waar iedereen snel in thuis is ipv allemaal moeilijke uitzonderingen, berekeningen enz.. Dan wordt het beter controleerbaar en ook beheersbaar. Dus dan zijn de baten ook daadwerkelijk groter dan de door de overheid te maken kosten om alles te controleren en te corrigeren waar nodig. We hebben al voldoende Belastinge3n die per saldo niets opleveren omdat de operationele kosten van het controlerend orgaan hoger zijn dan de bruto opbrengst van de regeling ( erfbelasting / BPM / enz...)

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Hoe het simpel en ga niet met allerlei uitzonderingen werken

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Zie reactie bij vraag 1, simpel houden en kleinere belegger sparen in combinatie van eigen huis en enkele beleggingspanden.

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
Begin er maar om om mensen te motiveren om te werken. Iemand die in de WW zit en gebruik kan maken van allerlei toeslagen zal niet meer gaan werken omdat hij er dan per saldo op achteruit kan gaan. Dat is van de zotte.
Als iemand te weinig geld verdient om rond te komen dan moet deze persoon geholpen worden dmv een toeslag daar heb ik geen probleem mee. Maar als deze persoon dan maar slechts 20 of 25 uur werkzaam is dan klopt het niet meer.
Diegene die minder dan 36 / 40 uur poer week werkt en geld te kort komt mag geholpen worden.
Diegene die minder dan 36 uur werkt en te weinig verdient moet eerst maar meer uren gaan werken of een extra baan nemen. Diegene die bovenop de gangbare 40 uur nog overuren maakt moet in plaats van het huidige tarief maximaal 20% van het huidige tarief gaan betalen. Op deze manier wordt werken echt beloond en betalen niet de werkende mensen onevenredig veel aan onze maatschappij.
Ook startende bedrijven dienen in de eerste jaren beloond te worden dat ze ondernemerschap tonen en deze moeten niet met allerlei extra belastingen opgezadeld worden.