Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Bemmel
Datum 9 oktober 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
In principe ben ik niet tegen een eerlijke heffing, maar daar is hier helemaal geen sprake van tot nu toe. Ik sluit me dan ook volledig aan bij de visie van de VEB op dit punt. Tot die tijd maar terug naar het oude systeem, de 4% fictieve heffing. Een redelijk gemiddelde. Meer dan genoeg inkomsten daardoor voor de overheid. Doe niet zo moeilijk met veel te ingewikkelde en kostenverzwarende maatregelen. Het oude systeem leverde geld op, nu kost het jullie geld, want de rechter is ook tegen die oneerlijke heffingen. Hoe ga je dat in alle redelijkheid nog werkbaar krijgen? Niet doen.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a volledig onuitvoerbaar, dus niet doen. Ga terug naar het oude 4% tarief.
b hoe vaak wil je iemand belasting laten betalen over het verdiende geld? Blijf hier eens van af. Loonbelasting zodanig aanpassen dat daar alles in past. Ook ouderen daar niet meer mee lastig vallen.
c volledig tegen. Gaat u het criminele circuit hier ook aanpakken? Dan is het beter.
d blijf van de eigen woning af. De wet Hillen was eerlijk. Eigen gebruik, hoe kun je daar aan verdienen, dus daar geen belasting over heffen. Over fictieve bedragen ... belachelijk. Mag ik dan ook de kosten van schilderen, aankleding en ander onderhoud aftrekken?
e zie vorige antwoord met verdere aftrekkosten. Dan blijft er aan rendement weinig over.
f aandelen zijn aandelen. Groene aandelen is eigenlijk ook een lachertje.
g Ik vind van niet. Mensen die risico willen lopen met hun geld moet je niet gaan belasten. In 1987 kreeg ik ook niks terug omdat ik fors verlies leed door de beurskrach van toen. Ik was net een paar maanden aan het beleggen...
h Als ik een woning verhuur moet ik daar terecht belasting over betalen en dat moet ook voor onroerend goed maatschappijen gelden. Laat het eigen huis los als belastingbron. Als ik een groter huis heb moet ik ook al veel meer belasting betalen op alle onderhoudskosten. Neem bijvoorbeeld de energiebelasting... Daar moet je duurdere huizen ook geen tegemoetkoming voor geven. Ik kreeg dat vorig jaar terwijl ik nog steeds een laag abonnement heb op de energie. Geef dan het geld aan mensen waar het nodig is en pak die energiebedrijven aan. Die maken pas echt grote winst.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
a Bij bedrijfsmatig gebruik is belasting toegestaan. Prive niet.
b Dit blijft tot onbetaalbare rechtszaken leiden. Ongelooflijk dat er niemand bij de overheid een verstandig besluit hierover kan nemen. Dit kost alleen maar geld en, nog erger, wantrouwen van de bevolking neemt toe.

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Heel goed om de praktische benadering te kiezen! Geheel mee eens.

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Ik dacht dat consumptieve rente al niet meer aftrekbaar was. Daar moeten we echt van af. Op de pof leven is anders als bij een huis idioot te noemen.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
a als de woning niet uitsluitend voor eigen gebruik is, moet er belasting worden geheven over de huur. Verhuren past niet in de definitie van eigen gebruik. Eventueel verhuurde weken tellen en dus naar rato belasten kan eventueel.
b wanneer iemand zijn eerste woning (eigen gebruik) verkoopt en de 2e woning voor eigen gebruik neemt, moet het huis als zodanig terug naar de belasting voor eigen gebruik. Geen heffing meer dus.

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
Hier moet je niet aan gaan beginnen, aandelen zijn aandelen. De meeste bedrijven ontwikkelen zich in positieve zin. Vandaag innovatief (kijk naar BIO centrales) en morgen verguisd... Kortom, wanneer en hoe lang is een bedrijf een start-up? Niet aan beginnen.