Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Zoetermeer
Datum 16 oktober 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Belastingheffing moet redelijk en eerlijk zijn. Te allen tijde moet worden voorkomen dat mensen een te groot of te klein deel van hun inkomen of vermogen moeten afstaan aan de staat. De huidige box 3 regeling voldoet hier niet aan. Het forfait houdt geen rekening met risicoprofiel, realistisch haalbaar rendement en beheerkosten. Ook het niet corrigeren voor mensen die geen bezwaarschrift hebben ingediend in de box 3 affaire draagt bij aan deze oneerlijkheid. Dit heeft in ieder geval mijn vertrouwen inde overheid aanzienlijk geschaad.

De voorgestelde regeling lost veel van deze zaken op. Ik vraag mij wel af of het niet te complex wordt gemaakt. In essentie zou het voldoende moeten zijn om naar bezit op 1-1 en 31-12 te kijken en het verschil te belasten, al dan niet met een uitgestelde heffing. Waarom zo moeilijk doen en kijken naar onttrekkingen en toevoegingen?

Op termijn is het mi noodzakelijk om andere vormen van belastingheffing zoals schenkingsrecht en erfbelasting hierin te betrekken. Door zuiver naar vermogensverschillen te kijken, zijn dit in feite dubbele heffingen.

Ik begrijp de behoefte om in incidentele gevallen met ene forfait te werken. Nadeel van een forfait is dat het vrijwel altijd oneerlijk uitpakt. Daarom moet dit zoveel mogelijk worden vermeden.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a: ik begrijp de afweging min of meer, maar ik vrees wel dat we weer een ingewikkeld bouwwerk gaan optuigen. Wellicht kunnen de keuzes nog wat scherper worden gemaakt, door niet alle varianten die de markt verzint te willen helpen.
b: vermogenswinst is mi ongewenst. Daarmee worden mensen die zuinig leven en weinig uitgeven gestraft voor spaarzin. Het lijkt mij dat belasten van vermogensaanwas het meest zuiver is en eenvoudig is. Winst belasten is complex en nodigt uit tot allerlei mogelijkheden tot ontduiking en eindeloze discussies over aftrekposten. Ook hier geldt: maak het eenvoudig en transparant.
c: zie b.
d. Ik begrijp niet waarom hiervoor niet eenvoudig de WOZ als grondslag gebruikt kan worden. Dat moeten we toch al hebben. Voor de rest is het gewoon vermogensaanwas. Ik kan me wel vinden in belastbaarheid op het moment van winstrealisatie. Maar waarom moet een woning anders worden behandeld dan een belegging? Als je er zelf veel tijd doorbrengt is dat consumptie. Als je hem verhuurt leidt het tot vermogensaanwas (of niet).
f. Prima om hier uitstel te geven en op een later moment naar de gerealiseerde winst te kijken. Misschien wel koppelen aan een termijn. Waarom zou je bijvoorbeeld de Brenninkmeijers dit voordeel moeten gunnen? Je zet de deur open naar misbruik en belastingontwijking.
g. Ik ben in zijn algemeenheid tegen forfaits. Ik heb hier geen direct oordeel over. Wel vind het huidige box 3 forfait voor beleggingen in hoge mate oneerlijk. Dus hoe goed kunt u eigenlijk een redelijk forfait bedenken?
h. Zie bovenstaande. Nodeloos complex.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
a. Ik denk dat met name de 1e box3 woning en de regeling voor familiebedrijven tot belastingontwijking gaan leiden. Belastingontduiking en ontwijking is zeer schadelijk voor het vertrouwen in eerlijke belastingheffing.
b. Belastingarbitrage is op zich wellicht nodig, mits het transparant is. De huidige geheime rulings zijn niet transparant en dat is schadelijk en potentieel oneerlijk. Maak elke uitspraak openbaar en toetsbaar.

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Dat komt weer omdat u het te ingewikkeld wil maken. Kijk alleen op 1-1 en 31-12. Dat is een simpele rekensom. Waarom zou je daarvoor weer iets aparts verzinnen?

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Volgens mij kun je niet anders dan schulden van bezittingen aftrekken. Dit is immers negatief vermogen. Ik denk dat het geen probleem is, omdat de aflossing ofwel resulteert in belastbare vermogensaanwas of in consumptie. Consumptie belasten we al op honderdduizend andere manieren. Uitzondering is de hypotheek op de eigen woning, die valt toch al onder een specifiek box 1 regime.
Het anders willen beoordelen van een lening voor een auto of een lening om een box 3 vakantiehuisje te willen kopen, is een calvinistisch standpunt. Het gaat de staat niets aan wat iemand met een lening doet en dit kan alleen maar leiden tot een moeras van moralistische standpunten. Niet doen.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Huuropbrengst leidt toch gewoon tot vermogensaanwas of extra consumptie? Dit lijkt een soort dubbele belasting te worden. Als ik beleg in onroerend goed, valt het gewoon onder het box 3 regime. Als ik de onroerende zaak op mijn naam het staan werkt dit opeens anders? Hoezo? Ik begrijp dit echt niet. Het enige argument voor een afwijking is dat de midelen niet liquide te maken zijn. OK, dan kun je uitstel geven van de betalingsverplichting tot de winst gerealiseerd wordt. Dat heet overigens een lening.

Deze constructie leidt warschijnlijk tot oneerlijke belastingheffing en misschien ook wel tot dubbele heffingen (eerst over de huur en later nog eeen keer over de gerealiseerde vermogensaanwas).

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
Misschien moet je dit gewoon niet doen. Ook een startende onderneming moet een jaarverslag maken. Daaruit blijkt de vermogensaanwas. Bedenk gewoon een uitstelregeling in de vorm van een lening tegen marktconforme rente. Waarom zou je je langs deze weg cadeuatjes moeten uitdelen en in een moeras terechtkomen van spelregels? Houdt het eenvoudig. Geld lenen kost geld, en dait leidt tot en prikkel om te betalen zodra dat kan. Het enige criterium zou moeten zijn of er liquide middelen zijn om nu direct te betalen. Bij verliezne hoeft er toch al niet te wordne betaald.