Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Vraag1

Bij ongewijzigde invoering van het conceptwetsvoorstel zal de omvang van de Wet inkomstenbelasting 2001 weer met vele artikelen toenemen. Zo wordt er een afzonderlijk regime gecreëerd voor vastgoed en aandelen in familiebedrijven en innovatieve start-ups. Dit is onnodig. Al die afzonderlijke regimes kunnen 'hopgedrag' uitlokken en zijn strijdig met de draagkrachtgedachte. Het vastgoed kan eenvoudig worden ondergebracht bij het onderdeel winst uit onderneming door beleggen in vastgoed fictief als het drijven van een onderneming aan te merken. Ook onderbrenging bij resultaat uit overige werkzaamheden zou een mogelijkheid kunnen zijn. Essentieel is dat de herinvesteringsreserve voor beleggingsvastgoed wordt afgeschaft, ook in de VPB. Aandelen in familiebedrijven en innovatieve start-ups kunnen meeliften met het aanmerkelijkbelangregime door hiervoor de grens van 5% af te schaffen. In de meeste gevallen zullen deze belangen daar trouwens al onder vallen. Dit pleidooi komt overeen met dat van prof. Edwin Heithuis in Vakstudie Nieuws (V-N 2023/41.0). Prof. Philippe Albert en ondergetekende hebben deze suggesties gedaan in het artikel Voorstellen tot belastingherziening (deel 1): Contouren van de Wet IB 2024, NLF-W 2022/14. Deze praktische suggesties zijn behulpzaam bij het versnellen van de wetstechnische implementatie. Ook kunnen de aanpassingen van de systemen van de Belastingdienst door het meeliften met reeds bestaande regimes beperkt blijven.