Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 19 oktober 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Erg complex. Het is nu al bekend dat het NL belastingstelsel eigenlijk te complex is geworden. Met deze regeling waarbij werkelijk rendement belast zou worden, en verliezen gecompenseerd en dan voor verschillende activa klasses. Dan moet er een enorme administratie gevoerd gaan worden wat voor de NL belastingbetaler voor irritatie en frustratie gaat zorgen en ook voor de Belastingdienst veel werk gaat geven. Wat is hier nu het doel? Om de belastingen te verhogen? Om de 'vermogenden' zwaarder te belasten? Het is allemaal niet duidelijk en streeft het doel in ieder geval voorbij, want meer complexiteit is een duurder en minder efficient stelsel.

In geval van het eerste, kan de Box3 beter naar Box2 gehaald worden.
Ik ben zelf ondernemer en heb mijn pensioen in Box3. Het lijkt wel alsof de overheid de Box3 alsof een soort spaarpot voor zichzelf ziet, dit terwijl het mijn eigen pensioen is. De belasting wordt opgeschroefd en erg ad hoc. Geen betrouwbare overheid, zeker ook i.c.m. de de behandeling van verhuurde woningen.

1. Geen rekening gehouden met inflatie
2. Belasting betalen dwingt tot verkoop
3. Beleggen in aandelen wordt onaantrekkelijker
4. Nederland loopt internationaal uit de pas
5. Negatieve bij-effecten
Het plan heeft een aantal negatieve bij-effecten:
a. een jaarlijkse verkoopdruk om de belasting te betalen en geeft diverse verkeerde prikkels
b. overhevelen van Box 3 naar Box 2 om andere dan economische redenen
c. minder risicokapitaal beschikbaar voor small- en midkapbedrijven vanwege de mindere liquiditeit in het aandeel. (kunnen moeilijk worden verkocht om belasting te betalen)
d. groter motief voor fiscale emigratie
e. nog minder aanbod van onroerend goed
6. Praktische problemen voor Belastingdienst en belastingbetaler
7. Onzekerheid over belastingopbrengst

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a. Veel te complex in de praktijk
b. Een vermogensbelasting (flat) is denk ik makkelijker
c. Houdt geen rekening met inflatie, verder complex, houdt geen rekening met risico, complex ook in geval van verliezen, veel gedoe en onrust
d. Eigen woning moet niet naar box 3, dat zou helemaal een giga verschuiving zijn in belastingstelsel
e. Dat is correct en in lijn met het principe dat een woning niet belast moet worden
f. Dan krijg je hier weer uitzondering op de voorgenomen regeling. Dus men verzint iets nieuws en dan meteen weer pleisters en subregelingen. Het NL belastingstelsel moet simpeler en niet complexer. Versimpeling geeft ook een minder grote overheid, is er ook minder belasting nodig. Dit is allemaal niet productief. Dus deze uitzonderingen zijn niet zinvol, de hele regeling is in beginsel niet zinvol
g. Nee dat vind ik niet. Hoe kun je dat nu zeggen: ik cind het een evenredige belastingdruk. De belastingdruk voor mensen die gespaard hebben of als zelfstandige pensioen hebben opgebouwd neemt toe. Het is gewoon nivellering of budgetdichting. DE overheid wordt te groot en inhalerig. Deze belastingdruk is heel lastig bij te houden. Pensioenfondsen en verzekeraars mogen met max 4% rekenrente rekeken en de consument wordt geacht in staat te zijn ieder jaar 6.2% rendement te maken op aandelen en vastgoed. Dat is weer gevalletje meten met twee maten in het voordeel van de overheid.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
a. Men zal vermogen gaan onderbrengen in box2, in stichtingen, naar het buitenland, blackwashing ga je ook zienk, van wit naar zwart
b. het wordt allemaal erg frustrerend, die frustratie zal belastingbetalers een morele drive geven om de belasting te minimaliseren, ik ben niet tegen het betalen van belasting, maar met deze regelingen geeft de overheid aan onbetrouwbaar te zijn en niet te willen luisteren. Het wordt dan een politieke keuze om koetje koet het door te drukken. Ik denk dat wel degelijk de bereidheid om belasting te betalen zal verminderen, dus NL glijdt af. Meer cash, minder belasting, meer naar het buitenland, meer geschuif, met dank aan de overheid

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Houdt het alstublieft praktisch

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Rente op consumptieve schulden aftrekbaar maken lijkt mij vreemd. Rendement op vermogen wordt ook belast, dus waarom rente op consumptieve schulden aftrekbaar te maken.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Ook weer een kronkel, als gevolg van 'het dan wel nog praktisch te houden'. Het kan toch niet zo zijn dat als ik de woning eens een jaar verhuur, deze dan later steeds hoger belast wordt?
Dit zijn gewoon geen goede regelingen en hiermee gaat de overheid te veel zich bemoeien met wat wel en niet mag en kan. ook weer inbreuk op eigendomsrecht

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
Idem, ook weer een kronkel als gevolg van het introduceren van een stupide regeling. Juist dit soort voorbeelden tonen aan dat het hele basisidee veel te ingrijpend is en dat er dan weer allerlei subregelingen, pleisters, uitzonderingen moeten komen. Het geheel moet juist simpel, een flat vermogenstax. Kleinere overheid, minder duur apparaat, minder discussies, geen uitzonderingen, duidelijkheid vooraf. Alle energie in de reële economie in plaats van het grote verdeelspel