Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Oegstgeest
Datum 5 oktober 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Het uitgangspunt van de overheid is d.m.v. vermogensbelasting een bepaald bedrag te willen ophalen. In plaats daarvan denk ik dat het beginsel moet zijn belasten op werkelijk rendement. Er kan jaarlijks een meevaller ontstaan of minder inkomsten dan verwacht voor de overheid. Vermogenswinstbelasting op het moment van verkoop is echter het eerlijkst. Dito voor dividend- of renteopbrengsten, jaarlijks belasten op basis van werkelijk rendement. Particulier vermogen wordt opgebouwd als extra pensioenvoorziening of is spaargeld wat men overhoudt uit loondienst om bijv. een huis te kopen. Als mensen in aandelen beleggen is dat voor langere termijn. Jaarlijks de koerswaarde van een portefeuille belasten is zeer gecompliceerd. Hiervoor is vermogenswinstbelasting het eerlijke alternatief. Zodra de aandelen worden verkocht kunnen ze worden belast. Bijv. net als in Duitsland meteen via de bank wordt de belasting al ingehouden, dat is eerlijk en overzichtelijk. Zodra mensen een deel van hun bezittingen of aandelen moeten verkopen om belasting te betalen is er iets fundamenteel mis. Liquiditeitsproblemen liggen dan op de loer. Vermogensaanwasbelasting is waardeontwikkeling op papier. Niemand weet tenslotte wat de werkelijke opbrengst zal zijn op het moment van verkoop. Dat is niet wenselijk voor particulieren in box 3. In het algemeen vind ik dat de overheid particulier vermogen op een eerlijke, eenvoudige en transparante manier moet belasten. In overige EU landen is vermogensbelasting al afgeschaft en als het al wordt geheven, wordt meestal vermogenswinstbelasting toegepast op basis van werkelijk gerealiseerd rendement. Als een overheid zoals nu in Nederland zich rijk gaat rekenen met spaargeld van burgers die daarvoor hard gewerkt hebben, gaat het mis. Belastingdruk in Nederland is al heel hoog. Het moet mogelijk zijn iets over te houden als je met pensioen gaat. In box 2 valt er m.i. meer winst te behalen voor de belastingdienst omdat daar prive en zakelijk bezit vaak leidt tot belastingconstructies die voordeliger zijn dan voor mensen in loondienst.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a. Vermogenswinstbelasting moet de basis zijn voor alle elementen. Dus pas belasten als er werkelijke rendement is gerealiseerd bij verkoop en inkomen uit dividend en/of huur.
b. Bij vermogensaanwasbelasting kunnen er liquiditeitsproblemen onstaan. Aandelen worden gekocht als langetermijn belegging. Hoe verreken je verliezen en als men elk jaar aandelen moet verkopen om de belasting te betalen, heeft beleggen weinig zin meer. Dito voor tweede huizen. Er wordt in NL al fors WOZ belasting geheven, forensenbelasting enz. Daar bovenop nog eens jaarlijks vermogensaanwasbelasting is dubbel op.
c. Ik ben hier tegen. Vermogensaanwasbelasting is onnodig gecompliceerd, slechts gebaseerd op 'papieren' waarde en kan liquiditeitsproblemen veroorzaken. Pas belasten als er werkelijk opbrengsten bij verkoop zijn. Of inkomen zoals dividend of rente is gerealiseerd. Dit is ook zo in de landen om ons heen. Belasten op werkelijk rendement mag niet anders worden uitgelegd. Vermogensaanwasbelasting is waarde belasten op papier niet wat werkelijk is gerealiseerd! Juridisch ook minder houdbaar dus onnodig gecompliceerd.
d. Een tweede woning voor eigen gebruik schaffen mensen aan die daarvoor geld hebben gespaard of dit kunnen financieren. Ook zo'n woning zou pas belast moeten worden bij het realiseren van werkelijk rendement. Als de woning niet wordt verhuurd, is er geen reden tussentijds belasting te heffen. Als mensen spaargeld in zo'n woning hebben zitten, is dit al voorheen belast in box 3. Als mensen zo'n woning verkopen en/of verhuren is het prima om een deel van die winst te belasten.
e. Oneerlijk t.o.v. mensen die zo'n woning verhuren. Het wordt dan erg gecompliceerd bij mensen die deels verhuren en deels de woning voor eigen gebruik hebben. Ook bij een woning voor eigen gebruik pas belasten als de winst werkelijk is gerealiseerd d.m.v. vermogenswinstbelasting. Geen onderscheid maken. Het forfait kan ook weer liquiditeitsproblemen veroorzaken.
f. Oneerlijk t.o.v. mensen die aandelen hebben in andere bedrijven. Voor iedereen die in aandelen belegt dezelfde belasting.
g. Nee, omdat er onderscheid wordt gemaakt in type aandelen (startups vs andere bedrijven) en hoe mensen bijv. een tweede woning gebruiken (verhuur of eigen gebruik)
h. Ook voor deze categorie dezelfde belasting heffen.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
Ik denk dat het zeker bij aandelen juridisch niet houdbaar is. Onderscheid maken in belasting heffen van dezelfde vermogenscategorie is onduidelijk en in zekere zin ook oneerlijk. Ook een startup zal uiteindelijk een normaal beursgenoteerd bedrijf kunnen worden. Vermogenswinstbelasting is bij aandelen het eenvoudigst. Belasten bij verkoop op basis van vermogenswinstbelasting. Dit geldt ook voor vastgoed. Hoe mensen zo'n huis gebruiken moet niet mogen uitmaken. Het gaat uiteindelijk om de winst die mensen ermee maken en dat moet belast worden.
Bij zowel vastgoed als aandelenportefeuilles kan het liquiditeitsproblemen veroorzaken. Dat kan niet de bedoeling zijn. Als mensen dan hun huis of aandelen moeten verkopen, vangt de overheid het jaar erop ook weer minder belasting. Binnen EU zijn er grote verschillen. NL is echt een uitzondering, in de landen om ons heen is vermogensbelasting afgeschaft of flink vereenvoudigd en kent een hogere belastingvrije voet.

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Belasting heffen op basis van vermogenswinstbelasting bij verkoop dus niet de tussentijdse waardeontwikkeling belasten. Dit is erg onzuiver en koersen fluctueren te veel.

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Als de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden, ga je als overheid weer in de fout. Het gaat er in het nieuwe stelsel om dat werkelijk rendement wordt belast op basis van werkelijk gerealiseerd inkomen of winst. Als mensen hun schulden niet volledig in mindering mogen brengen wordt wederom geen werkelijke rendement belast. De overheid moet echt af van het principe in box 3 zoveel mogelijk uitzonderingen te maken om meer belasting op te halen. Werkelijk rendement is werkelijk rendement! En wenselijk is alles en iedereen op dezelfde manier te belasten.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
a. max. huuropbrengst in verhouding tot woz waarde is wellicht het eenvoudigst. Echter als mensen hun tweede huis niet verhuren moet dat ook aangegeven kunnen worden. Geen fictief rendement of aanname door de belastingdienst dat een huis verhuurd wordt terwijl dat niet zo is.
b. Het moet mogelijk zijn het regime te kunnen wijzigen. Als de belasting wil uitgaan in de toekomst van werkelijk rendement en de werkelijke situatie moet dat mogelijk zijn.

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
Ik ben het hier niet mee eens. Het is oneerlijk om beleggers in start up en scale ups anders te behandelen dan mensen die in andere aandelen beleggen. Alle beleggingen in aandelen op dezelfde manier belasten nl. vermogenswinstbelasting bij verkoop is het eerlijkst en eenvoudigst. Als mensen een gecombineerde portefeuille hebben, wordt het onnodig gecompliceerd.