Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Den Haag
Datum 15 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Ik denk dat het huidige voorstel een verslechtering is van wat we op dit moment hebben om de reden dat dit ingewikkelder wordt en het creëert de illusie dat het rechtvaardiger wordt daar dit niet het geval is en eigelijk juist meer onrechtvaardigheid creëert. Het belasten van "papieren winsten" is namelijk niet zuiver; nooit niet. Dus als men daadwerkelijk rendement wil belasten, kan dat pas nadat er winst/verlies wordt genomen. Voor die tijd kunnen we gewoon niet van winst of verlies spreken. Natuurlijk wil men dit wel, maar dit kan gewoon niet, het is uw geld niet, het is ook het geld niet van de belastingplichtige, want deze moet het eerst verkopen om winst of verlies te nemen. Dus of het wordt zuiver gedaan, zoals bv in Amerika of Zweden of u kiest voor een andere vorm van belasting heffen.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a. Ik denk dat het niet rechtvaardig is hoe er onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende vormen van vermogen. Bv bij een woning wordt er wel met gemak uitgegaan dat je niet zomaar een deel van het huis kan verkopen om de belasting te betalen, maar met aandelen wordt hier wel vanuit gegaan, terwijl ook het tussentijds verkopen van aandelen het lange termijn rendement zal schaden van de persoon.
b. Vermogensbelasting is een onrechtvaardige belasting. Er is al belasting over dat geld betaald of je het nou geërfd heb of dat je het zelf hebt verdiend. Er is altijd belasting betaald. Meer je best doen wordt bestraft en leidt tot demotivatie. Dit wordt nog eens extra verstrekt door het "progressief" belasten bij de inkomstenbelasting. Ik denk juist dat het stimuleren van hard werken en het succesvol kunnen zijn, iedereen ten goede kan komen; namelijk "a rising tide lift all boats". Als een economie het goed doet komt er sowieso meer belasting binnen. Dit voorstel is een pad van reductie
c.Ik denk dat het simpelste zou zijn om voor iedereen uit te gaan van een risicovrije rente en dat te belasten. Dan hou je het gelijk voor iedereen want iedere vorm van investeren of dat nou in een woning is of op de beurs heeft voor en nadelen en ze hebben ook een ander risico, iets waar ik in het hele verhaal totaal niets over hoor! Beleggen in aandelen brengt ook meer risico met zich mee en zou dus ook wat meer beloond moeten worden, waarom zou iemand anders nog dat extra risico nemen ?
d.Ik denk dat de eerste woning terecht wordt uitgezonderd.
e. terecht
f. nou ook daar vind ik het onderscheid dus niet terecht tov de gemiddelde particuliere belegger. Ik vind dat je de particuliere belegger op dezelfde manier dan zou moeten behandelen.
g. Ik zou geen onderscheid maken, zoals ik al eerder zei zou ik met een risicovrije rente rekenen. De markt bepaalt dan zelf wat het rendement is, want rendement is ook afhankelijk van het risico wat men bereid is te nemen. We gaan toch ook niet een tandarts anders belasten dan een advocaat ?
h. Ik denk dat er zeker onderscheid moet worden gemaakt tussen eigen gebruik en verhuren. Als er verhuurd wordt, moet er belasting worden betaald.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
a. Ik denk dat de gewone particulier man/vrouw zich gediscrimineerd zal voelen omdat de andere categorieën worden voorgetrokken. Het wordt er niet eerlijker op gemaakt, maar de illusie wordt wel gewekt dat het eerlijker wordt. Het wordt ook nog eens ingewikkelder.
b. Ik denk dat vermogenden altijd wel weer een weg vinden. In het ergste geval zal het ook nog er voor zorgen dat meer "vermogenden" weggetrokken uit Nederland, want de uiteindelijke opbrengst nog minder zou kunnen maken.

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Bent u bekend met het feit dat veel aandelen ook in andere valuta noteren ? Waarom wordt dat dan niet onderkend ? U maakt het allemaal ingewikkelder en u zet uzelf klem met mogelijke toekomstige rechtszaken over dit soort onderwerpen.

U zou het nog simpeler kunnen maken. Van iedere bank of beleggingsinstelling kijkt u naar ALLE stortingen en onttrekkingen. Op het moment dat de onttrekkingen GROTER zijn dan de stortingen wordt dit als inkomen/winst belast. Dit is de meest simpele en zuiverste vorm! Op dat moment kunt u namelijk over winst of inkomen spreken. Simpeler kan je het niet krijgen!

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Ik denk dat het hebben van schulden niet moet worden gestimuleerd. Het nodigt ook uit om hier mee te sjoemelen

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Ik denk dat u moet belasten naar de situatie die er is. U maakt het zelf ingewikkeld en dan wil u omdat het ingewikkeld wordt het weer anders gaan doen. terug naar de tekentafel

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
U zou zoals ik al eerder zei het op gelijke manier moeten behandelen als particuliere beleggers. Er kan pas van winst worden gesproken als deze winst genomen wordt. Als het bedrijf verkocht wordt bijvoorbeeld of als er aandelen verkocht worden, dividend wordt uitgekeerd etc.