Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Wassenaar
Datum 26 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Inflatie: er wordt in het voorstel voorbij gegaan aan het effect van inflatie. Dit is naar mijn mening een oneerlijke omissie in het voorstel. Vermogen dat enkel de inflatie heeft bijgehouden in een jaar stelt geen werkelijke groei van vermogen voor, enkel een nominale toename, maar in het huidige voorstel wordt je hier wel op belast.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
Voorstel is te complex, er zijn te veel uitzonderingen, teveel categorien. Handhaving gaat veel kosten en de 'grote jongens' weten prima hoe hier zo goed mogelijk gebruik van te maken waardoor zo min mogelijk belasting te betalen. De hardwerkende, sparende Nederlander die voor zijn eigen pensioen probeert te zorgen betaalt de rekening.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
Als voorbeeld vastgoed. Er zal belasting betaald gaan worden over huurinkomsten. De overheid moet zich realiseren dat er veel burgers zijn, zoals ondernemers, waarvoor de huurinkomsten hun toekomstige pensioen zijn. Van deze burgers wordt verwacht zelf zorg te dragen voor hun pensioen. Deze burgers hebben soms tientallen jaren gespaard en geïnvesteerd in vastgoed, om er op hun oude dag van te kunnen leven. De overheid gaat nu een groot deel (mogelijk 35%) van deze verkapte pensioeninkomsten afnemen. Het is daarom niet ethisch om dit in te voeren, zonder dat mensen zich hier op voor kunnen bereiden.
in het nieuwe stelsel zou het sociaal zijn om beleggers een lange ingroeiperiode te geven. Voor de benoemde groep is er geen goede vervanger voor vastgoed. Overstappen op een andere belegging zullen ze niet snel doen. Om deze groep niet ongelooflijk hard te raken (35% van de ''pensioeninkomsten'' ineens weg) zou er een overgangsperiode overwogen kunnen worden. De groep krijgt hierdoor de tijd om hun oude dag opnieuw en anders in te richten.

Gerealiseerd moet worden dat de rendementen bij verhuurd vastgoed sterk omlaag gaan. Het veronderstelde hoge rendement van verhuurd onroerend goed kan alleen gehaald worden door de 'slechte' huisbazen. Zij investeren nauwelijks, vragen te hoge huren, zijn niet goed voor hun huurders. Een fictief rendement van 6,17% is niet haalbaar wanneer er ook rekening gehouden wordt met kosten voor onderhoud en renovatie. Aanvullend, als er 35% belasting betaald moet worden over de huurinkomsten, neemt dit rendement nog verder af. De nieuwe voorstellen maken investeren in vastgoed minder aantrekkelijk wat leidt tot minder investeringen en daardoor een krappere huurmarkt.
Daarnaast is het niet proportioneel om als overheid uit te gaan van een bepaald fictief rendement die niet eens haalbaar is door het aangescherpte puntensysteem. Dit zou toch minimaal in balans dienen te zijn. Investeren in woningverbetering wordt zo helemaal ontmoedigd. De overheid creëert een heel onaantrekkelijk investeringsklimaat. Terwijl iedereen er baat bij heeft wanneer investeren daadwerkelijk loont.
Belast werkelijk rendement op vermogen! Mensen die in de gelegenheid zijn om vastgoed te hebben (voor pensioen of andere doeleinden) moeten ook in staat zijn een goede administratie te kunnen overleggen.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
Persoonlijk vind ik het heel vervelend dat ik, door hard werken en zuinig te leven, nu 'gestraft' moet worden door nog meer belasting te betalen. Ik heb een modaal inkomen, deze kunnen aanvullen door mijn spaargeld te beleggen in een pand waardoor ik wat huurinkomsten krijg, en nu zwaar mag gaan betalen voor de risico's die ik neem. Zowel aan de vermogenskant (leegwaarde ratio naar bijna 100%) als aan de inkomstenkant (nieuw puntenstelsel waardoor ik zelfs een negatief rendement ga behalen). Wie bedenkt dit?