Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Breda
Datum 8 oktober 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Met het voorstel doet de staatssecretaris een poging het daadwerkelijk behaalde rendement van het box 3-vermogen te belasten. Bij het behaalde rendement op spaarvermogen wordt in het nieuwe stelsel geen rekening gehouden met inflatie. In dit nieuwe stelsel zou het heffingsvrije inkomen jaarlijks kunnen meebewegen met de gevolgen van inflatie. Hierbij moet worden opgemerkt dat het ministerie van Financiën dit in het huidige stelsel voor 2024 niet doet. Dus is de vraag of het ministerie dit onder het nieuwe stelsel wel zal doen. De logische heffingsgrondslag op spaarvermogen en beleggingen in box-3 is dan ook het reële rendement, dus inclusief de gevolgen van inflatie. Als u voornamelijk spaarvermogen heeft, is het belangrijk om dit aan te kaarten.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
Als het uitgangspunt versimpeling van het fiscale stelsel is, voldoet dit voorstel niet. Het is zeer complex en vaak onduidelijk om volledig te begrijpen zonder specialistische fiscale kennis. Wie meer belegd vermogen hebben, zullen in het nieuwe box 3-stelsel meer aandacht en tijd kwijt zijn. Onder het nieuwe stelsel zullen zij vaker zelf gegevens (waarde aan het begin en einde van het jaar, ontvangen dividenden, stortingen en onttrekkingen, aftrekbare kosten) moeten bijhouden en aanleveren. Ook zullen zij vaker gegevens moeten controleren. Als u belegd vermogen heeft zal dit voorstel meer van u vragen en is het belangrijk om dit aan te geven in de consultatie.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
Uit onderzoek (2017) van de Bond voor Belastingbetalers en de Universiteit van Amsterdam blijkt dat gedragseffecten door wijziging van de box-3 heffing het meest zichtbaar zijn bij de vermogens boven de € 500.000. Op basis van gegevens uit 2017 blijkt dat dit ongeveer 150.000 belastingplichtigen betreft. Deze groep vermogenden benut de mogelijkheid om de box-3 belastingdruk te verlagen. Zulke gedragseffecten zijn voornamelijk merkbaar bij belastingplichtigen met voldoende vermogen om een fiscaal adviseur in te huren. Het is aannemelijk dat voor het grootste gedeelte van de belastingplichtigen die relatief weinig box 3-vermogen bezitten het nieuwe stelsel weinig gedragseffecten zal hebben. Het is de vraag of het noodzakelijk is om een grote groep op te zadelen met de lasten van dit voorstel, terwijl deze alleen effect hebben bij een kleine groep.