Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Rotterdam
Datum 14 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Op zichzelf is het goed om het werkelijke rendement te belasten ipv een forfaitair rendement maar ik heb twee grote bezwaren tegen de manier waarop:
1) De belangrijkste is dat de vermogenswinst niet wordt gecorrigeerd voor inflatie. Deze correctie is nodig om het effect op de koopkracht te bepalen en sluit dus veel beter aan bij het draagkrachtbeginsel, wat een leidend principe is bij (de verdeling van) de belastingheffing. Dit maakt veel uit. Een cijfervoorbeeld: bij een (nominaal) rendement op aandelen van 5% en een inflatie van 2% (de target van de ECB) is het reele rendement 3% en komt een tarief van 32% (het huidige box 3 tarief) overeen met een tarief van 53% (0,32*5/3) over het reele rendement.
Bij de invoering van box 3 in 2001 representeerde het toen gehanteerde forfaitaire rendement van 4% ook een reeel rendement. De switch van reeel naar nominaal als grondslag is in de laatste jaren vrij geruisloos (slinks) uitgevoerd en nooit uitgelegd.

2) Winsten en verliezen worden niet symmetrisch behandeld. Dit punt krijgt veel te weinig aandacht. Winsten worden belast maar verliezen zijn alleen (met vertraging) verrekenbaar als er in latere jaren winsten worden geboekt. Veel afhakers krijgen dus nooit een belastingkorting op hun verlies terwijl ze bij winst wel een aanslag over hun winst zouden hebben gehad. Dit speelt extra zwaar bij risicovolle innovatieve investeringen. Een additioneel punt is dat ook als de verrekening in latere jaren wel mogelijk is deze verrekening pas jaren later kan plaatsvinden en dus contant gemaakt minder waard is dan het initiele verlies.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
Ik denk dat de vermogensaanwasbelasting tot veel praktische problemen zal leiden. Het leidt ook tot een verschil met de items waarvoor een vermogenswinstbelasting geldt en leidt dus tot een belastingverstoring. Weinig landen hebben ook zo'n belasting.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
Ik denk dat de verhoging van de belastingdruk gepaard zal gaan met veel ontwijking, bijvoorbeeld in de vorm van minder investeringen/beleggingen, verhuizingen naar duurdere (relatief laag belaste) eigen woningen en meer verhuizingen naar het buitenland. De grondslag wordt dus uitgehold waardoor de belastingopbrengst uiteindelijk, na alle gedragsaanpassingen, fors kan tegenvallen.