Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam R.P. van Gool
Plaats Zeist
Datum 16 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
In algemene zin vind ik het voorstel van de nieuwe wet veel te ingewikkeld. Dit geeft nog meer mogelijkheden voor arbitrage, brengt extra administratie met zich mee en heel veel extra werk voor de uitvoering en naleving bij de Belastingdienst en andere ketenpartners. De slogan was volgens mij vroeger; 'leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker'. Dit voorstel dekt de lading van de slogan in de verte niet (meer).

Daarnaast heb ik het voorstel met de voorbeelden bekeken. In algemene zin vind ik de voorbeelden en de vergelijking daarvan met het huidige (of oude) systeem niet juist. Sommige vergelijkingen kloppen niet eens (zie voorbeeld 4 op pagina 32, waarbij bij de voorstel berekening wel rekening wordt gehouden met de schuld, maar bij de huidige berekening niet!). En de vergelijking met de huidige overgangswetgeving is tendentieus (bekijk voorbeeld 2 ook maar eens). Het lijkt voordeliger, maar er wordt geen vergelijking gemaakt met het oude (tot en met 2022) stelsel. In vergelijking daarmee neemt de belastingdruk, los van de tarieven enorm toe. En bij voorbeeld 5 wordt überhaupt de vergelijking achterweg gelaten. Waarom? De reden laat zich raden. Tot slot het overstappen van een heffingsvrij vermogen van € 57.000 per persoon naar een heffingsvrij inkomen van € 1.000 (nog maar een voorbeeld, maar het staat wel genoemd in het voorstel) geeft ook tot een hogere belasting. Immers het forfaitaire rendement over 2023 is nu 6,17%, terwijl de € 1.000 heffingsvrij inkomen slechts een 1,75% is. Wanneer de vrijstelling gelijk gehouden zou worden dan zou het heffingsvrije vermogen € 3.517 per persoon moeten zijn. Een reëel heffingsvrij inkomen voorkomt ook allerlei extra administratieve lasten bij zowel de belastingplichtige als de Dienst. En dan dient het heffingsvrije inkomen ook nog eens aangepast te worden aan de markt; hoe gaat dat dan? Een inflatie percentage of een mix van sparen, beleggen en onroerend goed. Neem aan dat er over het huidige bedrag van € 1.000 c.q. percentage ook is nagedacht.