Wet werkelijk rendement box 3

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Delfgauw
Datum 23 september 2023

Vraag1

Algemeen
Wat vindt u van het voorstel in algemene zin?
Hieronder zijn vragen over enkele specifieke onderdelen van het voorstel opgenomen. U kunt hierop reageren als u hierover uw mening wilt geven.
Als je op het standpunt staat dat de overheid moet meeprofiteren van de welvaart van haar burgers, dan voelt het principe om alleen vermogensaanwas te belasten eerlijker dan het totale vermogen belasten.

Voor veel burgers geldt dat (een groot deel van) hun vermogen geld is waarover al inkomsten-, schenk- of erfbelasting geind is. Dan past het niet om datzelfde geld jarenlang nogmaals te belasten.

Het vooraf belasten van papieren winst druist in tegen het gevoel dat dit voorstel eerlijker is. De redenen hiervoor zijn:
1) papieren winst wordt wellicht nooit gerealiseerd
Beleggers die hun koerswinsten niet incasseren maar alleen dividenden moeten jaarlijks betalen voor vermogensaanwas die niet in geld aanwezig is.

2) de parameters waarmee de vermogensaanwas bepaald en belast wordt zullen niet gelijkblijven door de jaren heen.
Voorbelasten van papieren winst kan tot gevolg hebben dat meer belasting betaald wordt dan belasten bij realisatie van de winst b.v. als het belastingtarief op dat moment lager is dan in voorgaande jaren.

Het opheffen van de vrijstelling op groene beleggingen is een onzalig idee. Zonder vrijstelling zullen beleggers uit deze producten stappen met koersdalingen als gevolg voor de zittenblijvers, want deze producten zijn niet gericht op het behalen van koerswinst maar om groene projecten te financieren. Dat zal een uitstroom van kapitaal voor groene projecten betekenen. De beloofde 'hogere' heffingskorting is immers weer een palletje waar de overheid aan kan draaien naar eigen believen en er is geen garantie dat het effect daarvan even goed uitpakt als de huidige vrijstelling.

Vraag2

Beleidsmatige afwegingen
a. Hoe staat u tegenover het voorgestelde systeem, dat een hybride karakter heeft en elementen van vermogensaanwas-, vermogenswinst-, en forfaitaire belasting omvat?
b. Hoe verhoudt dit zich tot alternatieven zoals een volledige vermogenswinst- of vermogensaanwasbelasting, of een vermogensbelasting?
c. Wat vindt u van de keuze voor een vermogensaanwasbelasting als primaire regeling?
d. Welke overwegingen heeft u met betrekking tot de uitzondering voor de eerste woning in box 3 voor eigen gebruik, en welke voordelen en nadelen ziet u hierin?
e. Het forfait voor de eerste woning in box 3 omvat het gehele rendement inclusief kosten, waaronder financieringskosten. Wat vindt u hiervan?
f. Hoe staat u tegenover de uitzondering voor aandelen van familiebedrijven en startups?
g. Vindt u dat de gekozen forfaits resulteren in een evenredige belastingdruk over de verschillende vermogenscategorieën? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet?
h. Wat is uw visie op het onderscheid tussen het belasten van eigen gebruik van een onroerende zaak onder het vermogenswinstregime (via een forfait) en het belasten van een verhuurde onroerende zaak (gebaseerd op werkelijke huurinkomsten minus kosten en het activeren van verbeteringen)?
a. negatief want deze benadering is principieel onjuist
Verschillend behandelen van vermogensaandelen werkt ongelijke behandeling van belastingbetalers in de hand terwijl dat nu 1 van de problemen met de huidige regeling is. Ook zullen verschuivingen naar de meest gunstig belaste vermogensaandelen optreden met mogelijk ongewenste maatschappelijke gevolgen.

b. gezien de complexiteit en extra administratie voor de aanwasbepaling neig ik ernaar om belasting van het totale vermogen te handhaven, maar dan wel o.b.v. eerlijke tarieven en vrijstellingen, zodat het opbouwen van eigen vermogen lonend blijft. Dan kan de overheid het hele toeslagencircus opheffen, het is te bizar voor woorden dat zovelen hiervan afhankelijk (gemaakt) zijn

c. dat voelt eerlijker dan forfaitair belasten van het vermogen, echter wel als alleen daadwerkelijk gerealiseerd resultaat betrokken wordt in de heffing

Maar liever zie ik een belastingstelsel dat stimuleert dat mensen werken voor hun inkomen, daarvan kunnen leven en vermogen opbouwen zodat ze niet afhankelijk zijn van overheidssubsidies

d. zie antwoord a).

e. ik ben tegen het belasten van vermogen wat verkregen is met geld waarover al belasting geind is, dus geen heffing (forfaitair of anderzins)

f. familiebedrijven en startups moeten vermogen kunnen bezitten zonder dat de overheid daarvan meeprofiteert, om te blijven investeren; die uitgaven leveren namelijk al BTW op

g. voor zover ik kan zien zijn niet alle parameters bekend, dus daar kan ik ook geen afgewogen oordeel over geven

h. belasten van eigen gebruik van onroerende zaken is diefstal als deze gefinancierd worden van netto inkomen, en daarover al BTW en andere belastingen zoals OZB betaald worden. Het belasten van netto huurinkomsten is prima, want dat is inkomen gegenereerd door bezit van een onroerende zaak. De waarde van de onroerende zaak zelf speelt hierbij geen rol. Pas bij verkoop kan eventuele overwaardewinst belast worden.

Vraag3

Gedragseffecten
a. Welke gedragseffecten verwacht u als gevolg van de hybride aard van het stelsel, met name met betrekking tot de uitzondering van vermogensaanwas op vastgoed, aandelen van familiebedrijven en startups? In welke mate verwacht u dat deze effecten zullen optreden?
b. In welke mate denkt u dat het stelsel mogelijkheden biedt voor belastingarbitrage, zowel binnen het hybride stelsel als in relatie tot box 2? Hoe verschilt dit volgens u van het huidige (overbruggings)stelsel?
a. ik verwacht fouten in aangiftes, fraude en verschuiving naar de minst belaste vermogensvormen met alle gevolgen van dien
een ander risico is dat burgers hun vermogen verliezen dat zij (al dan niet op advies van financiele dienstverleners) omwille van belastingvoordelen in onrendabele bedrijven steken

b. die mogelijkheid is aanwezig, en financiele dienstverleners zullen hierop inspringen
het gevolg is affaire gelijk aan die van de woekerpolissen, want een grote groep burgers zal niet goed begrijpen hoe dit allemaal werkt en is dus afhankelijk van advies van derden
ik zie niet hoe de overheid de risico's die hierbij ontstaan gaat voorkomen, het mag duidelijk zijn dat 'de markt' dat zelf niet gaat doen
daarom is het voorkomen van deze mogelijkheden beter dan hopen op eerlijke handel

Vraag4

Valutaresultaten behaald met banktegoeden
Voorgesteld wordt om alle voordelen die worden behaald met bezittingen en schulden in de heffing te betrekken. Bij banktegoeden in euro’s bestaat het voordeel doorgaans alleen uit de ontvangen rente. Bij banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta zal daarnaast sprake zijn van waardemutaties als gevolg van wisselende valutakoersen. Een valutaresultaat kan positief of negatief zijn. Voor de berekening van de valutaresultaten dienen alle stortingen en onttrekkingen van de bankrekening afzonderlijk te worden omgerekend in euro’s tegen de valutakoers ten tijde van de betreffende storting of de onttrekking. Een dergelijke exercitie is complex, met name indien sprake is van veel transacties. Nederlandse financiële instellingen geven aan dat zij - naast de stand op 1 januari, 31 december en het bedrag aan rente - alleen het totaalbedrag van stortingen en onttrekkingen in een bepaald jaar kunnen renseigneren. Vanuit praktisch oogpunt is in het conceptwetsvoorstel voorgesteld om valutaresultaten van banktegoeden die worden aangehouden in vreemde valuta buiten beschouwing te laten en enkel de ontvangen rente te belasten. De in vreemde valuta ontvangen rente kan bijvoorbeeld tegen een gemiddelde jaarkoers of koers per einde jaar worden omgerekend in euro’s.

Wij vragen uw input ten aanzien van het dilemma tussen de zuivere benadering waarbij (positieve en negatieve) waardeontwikkelingen van banktegoeden wel in de heffing worden betrokken en de voorgestelde praktische benadering waarbij alleen de ontvangen rente is belast. Als u vindt dat waardeontwikkelingen in de heffing betrokken moeten worden, zou dat volgens u op basis van een vermogensaanwas- of vermogenswinstbelasting moeten?
Het uitsluiten van valutaresultaten zet de deur open voor onbelaste vermogensaanwas door het aanhouden van crypto rekeningen want dat zijn immers ook geen euro's. Maar cryptorekeningen anders behandelen dan overige valutarekeningen leidt tot ongelijkheid tussen beleggers. En het is ondoenlijk om van elke reguliere valuta transactie de euro waarde te administreren. Daarom is belasten van vermogensaanwas door valutatransacties vrijwel ondoenlijk.

Ik vraag me daarom af of de totale vermogensaanwas bepaling niet veel eenvoudiger kan door alleen saldo veranderingen van betaalrekeningen, spaarrekeningen en het cash-deel van beleggingsrekeningen mee te nemen voorzover dat geen stortingen of opnames blijken. Financiele instellingen registreren deze wijzigingen toch al voor het lopende jaar en bewaren deze voor een bepaalde periode. Hiervoor moeten ook buitenlandse rekeningen meegenomen worden, dat kan een probleem zijn maar is het nu ook.
Verkopenopbrengsten van vastgoed belanden op betaalrekeningen, tenzij deze direct gebruikt worden om nieuw vastgoed te financieren. In dat geval wordt de vermogensaanwas pas bepaald bij de verkoop van dat nieuwe vastgoed.
Zo kun je jaarlijks de werkelijk gerealiseerde vermogensaanwas door sparen en beleggen belasten en die door vastgoedverkopen op het moment dat deze plaatsvinden.

Vraag5

Aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden
In het huidige box 3-stelsel verlagen schulden de rendementsgrondslag op basis waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. In box 3 vallen alle schulden van burgers die niet in box 1 (bijvoorbeeld voor de eigenwoning) of in box 2 (financiering van een aanmerkelijk belang) in de heffing worden betrokken. Niet vereist is dat sprake is van een causaal verband tussen de schuld en de bezitting in box 3. Schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie, verlagen zodoende de rendementsgrondslag ondanks dat de auto doorgaans niet als bezitting is belast in box 3. In het huidige box 3-stelsel leidt een negatieve rendementsgrondslag (schulden zijn groter dan de bezittingen) niet tot een negatief inkomen. In het nieuwe box 3-stelsel is de rente van schulden aftrekbaar van het inkomen uit bezittingen en schulden. Ook hierbij is niet vereist dat de schulden waarvan de rente aftrekbaar is, moet zijn aangewend voor de aanschaf van een bezitting die in box 3 is belast. De rente van een lening voor bijvoorbeeld een vakantie is zodoende aftrekbaar. Nieuw is dat het inkomen uit box 3 wel negatief kan zijn als de (rente)kosten en negatieve waardemutaties groter zijn dan de inkomsten en positieve waardemutaties van bezittingen in een bepaald jaar.

Dit roept de vraag op of de aftrekbaarheid van rente van consumptieve schulden beperkt moet worden in het nieuwe stelsel. Wat vindt u hiervan?
Aftrekbaar maken van rente voor consumptieve schulden werkt onverstandig consumptiegedrag in de hand, met mogelijk grote schulden tot gevolg. Daarnaast stimuleert het nog meer (over)consumptie, niet echt duurzaam dus.

Het opperen van dit idee toont aan dat er niet is nagedacht over de maatschappelijke gevolgen.

Vraag6

Onroerende zaken
a. Om onder het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen te vallen, moet sprake zijn van hoofdzakelijk eigen gebruik van de (vakantie)woning. Dit is 70%. Onder het voorstel wordt dit bepaald door weken en dagen te tellen. Een andere mogelijkheid zou zijn om bijvoorbeeld uit te gaan van een maximale huuropbrengst in verhouding tot de WOZ-waarde om zeker te stellen dat de woning vooral voor eigen gebruik is. Wij vernemen graag van u, hoe u denkt dat het zeker stellen dat er sprake is van hoofdzakelijk gebruik bij de eerste woning sparen en beleggen het beste te bepalen is.
b. In het voorgestelde ontwerp kan voor wat betreft onroerende zaken één woning (per huishouden) onder het forfait eerste woning sparen en beleggen vallen. Wanneer deze niet meer voldoet aan het criterium ‘hoofdzakelijk voor eigen gebruik’, maar bijvoorbeeld het gehele jaar wordt verhuurd, wordt de woning verplaatst naar een vermogenswinstregime voor onroerende zaken. Om arbitrage te voorkomen en het voor de belastingplichtige en Belastingdienst eenvoudig te houden, wordt voorgesteld dat de woning daarna niet meer terug kan naar het regime van het forfait voor de eerste woning sparen en beleggen. Ook niet wanneer deze daarna weer voor hoofdzakelijk eigen gebruik wordt gebruikt. Wij vragen uw input ten aanzien van dit voorstel, waar een afweging gemaakt moet worden tussen het voorkomen van arbitrage en uitvoerbaarheid én de feiten en omstandigheden die zich bij belastingplichtigen kunnen voordoen.
a. een verhuurder dient een sluitende administratie bij te houden
Daarmee kunnen de verhuurperiodes vastgesteld worden en de opbrengsten daarvan.

b. door alle woningen in box-3 gelijk te behandelen is er ook geen arbitrage mogelijk
Het mag niet verbazen dat belastingontwijkend gedrag ontstaat waar ongelijke behandeling van vermogensaandelen bestaat. Belast alleen netto huuropbrengsten en gerealiseerde vermogensaanwas bij verkoop.

Ik ga niet mee in deze redenering: "Het eigen gebruik van een onroerende zaak die tot het box 3-vermogen behoort, leidt tot een belastbaar voordeel in de vorm van de economische huurwaarde van die onroerende zaak".
Bij aanschaf is BTW betaald, over het geld waarmee het bezit gefinancierd wordt is vaak inkomstenbelasting betaald, er is OZB verschuldigd. Hoe vaak wil je als overheid verdienen aan dezelfde euro vermogen?

Vraag7

Afbakening startende innovatieve onderneming
Voorgesteld wordt om de waardemutaties van aandelen in startende innovatieve ondernemingen (startups en scale-ups) niet jaarlijks in de heffing te betrekken maar gecumuleerd bij verkoop (vermogenswinstbelasting). Voor de afbakening is het nodig om een definitie op te stellen. Voor zowel burgers die gebruik maken van de regeling als de Belastingdienst in het kader van de controle en handhaving is het van belang dat de voorwaarden voor toepassing van de regeling objectief kunnen worden bepaald. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de leeftijd en omvang van de onderneming, het aantal werknemers, de niet-verhandelbaarheid van de aandelen op een gereglementeerde markt, enzovoort. Het hanteren van algemene begrippen of open normen zoals ‘innovatief’ of ‘risicovolle investeringen’ kan leiden tot onzekerheid over het kunnen toepassen van de regeling en tot discussies tussen burgers en de inspecteur over de interpretatie van deze begrippen.

Wij vernemen graag van u welke objectief bepaalbare elementen u geschikt en wenselijk acht om de aandelen in startende innovatieve ondernemingen af te bakenen.
Ik heb hier geen verstand van. Maar het lijkt me dat de aandelenwaarde van startups en scale-ups boekhoudkundig bepaald moet kunnen worden, net zoals dat het geval is bij b.v. niet-beursgenoteerde reguliere bedrijven die aandelen aan werknemers verkopen (of opties op dergelijke aandelen toekennen).

Ook startups en scale-ups hebben waardeerbare activa, die grondslag zijn voor de aandelenwaarde.