Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz)
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
11 november 2022
|
Vraag1
Wilt u reageren op de Wibz? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Art. 40c lid 1 Wmg nieuw introduceert een 'taak' voor de zorgaanbieder. In de toelichting staat dat daarmee wordt aangesloten bij bestaande normen uit Boek 2 BW over de taakvervulling van bestuurders en commissarissen uit Boek 2 BW en die van de leden van de interne toezichthouder uit art. 8 lid 1 UB Wtza. Art. 40c lid 1 Wmg nieuw doet echter iets anders en ongebruikelijks, namelijk het introduceren van een taak voor de rechtspersoon of personenvennootschap die kwalificeert als zorgaanbieder in de zin van de Wmg. De toelichting wekt de indruk dat dit niet is bedoeld, maar wel om het belang van de zorgaanbieder publiekrechtelijk te verankeren, zoals dat nu al het geval is in artikel 1 van de Governancecode Zorg 2022. Om verwarring te voorkomen ligt het daarom voor de hand om artikel 40c lid 1 Wmg nieuw op te splitsen in twee delen. Een deel dat bepaalt dat het belang van een Wmg-zorgaanbieder onder meer bestaat in het te behartigen maatschappelijk belang en het belang van de bij de zorgaanbieder betrokken belanghebbenden. Het andere deel zou dan bepalen dat bestuurders van een zorgaanbieder zich bij de vervulling van hun taak richten naar dit belang (net zoals dat nu staat in bv. art. 8 lid 1 UB Wtza en art. 5.3 Governancecode Zorg 2022). Het verdient daarbij ook aanbeveling om te expliciteren dat het maatschappelijk belang waar het hier - net als in de rest van het gezondheidsrecht - om draait, is beperkt tot de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van zorg. Het ligt immers niet in de rede dat een Wmg-zorgaanbieder ook andere maatschappelijke belangen in acht zou moeten nemen.
Op p. 7 van de toelichting staat dat een zorgaanbieder op basis van artikel 40c lid 1 Wmg nieuw een 'integere' afweging zal moeten maken. Die term is dus erg belangrijk, maar wordt verder niet toegelicht. Vanuit rechtszekerheidsoogpunt verdient dat wel de voorkeur. Hetzelfde geldt voor de term 'integriteit' op p. 9 van de toelichting in relatie tot artikel 40c lid 3 Wmg nieuw.
Artikel 1 sub w Wmg nieuw definieert winstuitkering door een aantal 'uitkeringen' toe te staan. Alle andere 'uitkeringen' zijn daarom verboden. De term 'uitkering' is dus belangrijk, maar wordt niet gedefinieerd. Dat verdient rechtszekerheidsoogpunt wel aanbeveling.