Wijziging Bal verzegeling pleziervaartuigen

Reactie

Naam M van Berkum
Plaats Utrecht
Datum 16 juli 2021

Vraag1

Hebt u vragen of opmerkingen? U kunt via deze website reageren op alle onderdelen van deze regeling en de toelichting.
Het directe middel van verplichte verzegeling van bootkranen, als stok achter de deur bij de aanpak van het poep-in-het-waterprobleem, gaat uit van wantrouwen, van een overheid die de watersporter ziet als een potentiële vervuiler. Ik zie dit als een verkeerd uitgangspunt. Zo goed als alle watersporters voelen zich verantwoordelijk voor het probleem. De aanpak van de overheid zou moeten aansluiten bij dit verantwoordelijkheidsgevoel. Daarmee bereik je meer.

Daar komt bij dat de verplichte verzegeling gecontroleerd moet worden. Dat is op zich al een complexe zaak. Bovendien is het een gegeven dat handhaving van regels bij alles wat drijft in Nederland een lastige zaak is. De effectiviteit van het middel is dan ook zwak. Je bereikt minder.

Een beter alternatief is: een erecode.
Een goed voorbeeld hiervan is de 'erecode wadvaarders. 'Jaren geleden dreigde afsluiting van grote delen van het Wad voor de pleziervaart vanuit het belang van de natuur. De afsluiting is voorkomen door de 'erecode wadvaarders', een afspraak hoe je je gedraagt op het Wad. Belangenclubs van alles wat pleziervaart op het Wad, natuurclubs en de overheid controleren samen of men zich aan de afspraken houdt. En het werkt!

Het alternatief is een erecode 'poep in het water doen we niet'. De uitwerking is:
- een slimme publiekscampagne onder álles wat vaart, niet alleen de pleziervaart, ook de chartervaart
- nulmeting en onderzoek naar de stand van deze vervuiling
- onderzoek naar hoe alles wat vaart zich houdt aan deze afspraak.
- het verbeteren van de beschikbaarheid van vuilwater uitpompstations
- het stimuleren van de ontwikkeling op de markt van een betaalbare zuiveringsinstallatie aan boord

Hiermee ziet de overheid de watersporters als medeverantwoordelijk in plaats van als een potentiële vervuiler. Dit sluit bovendien aan op de actualiteit van de noodzakelijke verbetering van de verhouding tussen burgers en overheid in het algemeen.