Wijziging Mijnbouwwet veiligheid en regie

Reactie

Vraag1

- Wij waarderen de rol die gemeenten krijgen bij het winningsplan. Echter om tijdig de specifieke gemeentelijke belangen mee te kunnen wegen verzoeken we gemeenten een vergelijkbare rol bij de opsporingsvergunning te geven.
- Wij verzoeken u de weigeringsgronden in de mijnbouwwet uit te breiden en naast nationale belangen ook te toetsen op gemeentelijke en provinciale belangen.
- Het is ons niet bekend wat u doet met de adviezen die u ontvangt van gemeenten en provincies. Wij stellen voor dat u ‘advies en instemming’ vraagt aan de gemeenten en provincies.
- Wij missen in de wet regels en een procedure om een winningsvergunning te beëindigen. Stopzetten van een mijnbouwwerk kan immers ook gevolgen met zich meebrengen met betrekking tot veiligheid en schade aan gebouwen en infrastructurele werken.
- Wij missen in de Mijnbouwwet een onderdeel waarin wordt ingegaan op de mogelijkheid schade te verhalen ontstaan door mijnbouwwinning lang nadat de winning is beëindigd. Voor schade ontstaan door mijnbouwwerken zou immers geen verjaringstermijn moeten gelden. Geologische processen zijn traag en gevolgen van veranderingen zijn pas na jaren zichtbaar. In de Mijnbouwwet zou daarom een haakje opgenomen moeten worden om de algemene wettelijke verjaringstermijn voor schade door mijnbouwwerken op te schorten.
- Wij vinden het in dit kader ook een gemiste kans dat de opbrengst van een mijnbouwproject niet ook ten goede komt aan de regio waar deze plaatsvindt.
- Wij vinden dat het niet duidelijk wordt of de voorgestelde wijzing in het vergunningsproces ook leidt tot een draagvlakvergroting onder burgers. Onze indruk is van niet.