Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij
Reactie
Naam
|
Romme Varkenshouderij (AJCM Romme)
|
Plaats
|
Ysselsteyn
|
Datum
|
29 januari 2020
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen of aanvullingen op het voorliggende wijzigingsvoorstel? U kunt via deze website reageren op alle onderdelen van de regeling en de toelichting.
1)Plagiaatmakers die een stalsysteem zuiver nabouwen moeten eenvoudigweg een van overheidswege vastgestelde licentievergoeding betalen aan de eigenaar van het RAV -stalsysteem op basis van stalcapaciteit. De werkelijke bouw is in een bouwvergunning geregeld.
De ontwikkelaar van het RAV-stalsysteem zal hierdoor gestimuleerd worden zijn systeem te verbeteren en verder te verfijnen. Het verfijnen en voortbouwen op bestaande systemen is wezenlijk voor de verdere ontwikkeling van RAV-gecertificeerde emissiearme stalsystemen.
2)De meting mag eenvoudiger. Een periode van meten geeft reeds een objectief en representatief beeld. Een controleafdeling/nulmeting voegt wel wat toe, maar geeft ook geen maximale betrouwbaarheid.
3)In de varkenshouderij worden dichte vloeren toegepast. Nederland is hierbij een van de voorlopers met nationaal beleid. Deze dichte vloeren zijn ontstaan door eet-/leef-/toiletruimtes te creëren . Dit is ingegeven door het streven naar meer welzijn van de varkens. Om deze eet-/leef-/toiletruimtes goed te laten functioneren zijn er vele eisen aan de uitvoering van een varkensverblijf. Het klimaat moet goed zijn, er is een bepaalde lengte-breedte verhouding nodig, de vloer moet niet te warm zijn en niet te koud, de vloer moet comfortabel en stroef zijn etc. Alle ontwikkelaars die bezig zijn met ‘scheiding aan de bron’ lopen aan tegen het feit dat hokbevuiling in het slechtste geval zo’n 15 % van de ammoniakuitstoot veroorzaakt. De directe afvoer van mest en scheiding van mest en urine levert al zo’n 60 a 80 % ammoniakreductie op. De overheid vindt 85% ammoniakreductie noodzakelijk. Alle ontwikkelaars hebben niet in de hand dat ooit hokbevuiling optreedt, hierdoor zou bij een RAV-meting bijna nooit aan de gestelde 85 % ammoniakreductie kunnen worden voldaan. Daarom is mijn voorstel dat WUR/overheid/bedrijfsleven een eisenpakket samenstellen waaraan een varkensverblijf moet voldoen. Als ontwikkelaars hieraan voldoen moet de incidentele hokbevuiling met de bijbehorende ammoniakemissie niet meegerekend worden.
Hierdoor wordt ‘scheiding aan de bron’ gestimuleerd, het stalklimaat en welzijn voor mens en dier verbeterd, het vlees is gezonder en efficiënter geproduceerd en de reststoffen mest en urine worden opgewaardeerd.
Controleerbaarheid en handhaafbaarheid is voor de overheid eenvoudig.