Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij

Reactie

Vraag1

Het wijzigingsvoorstel biedt ruimte voor verschillende interpretaties. Dat is naar mening van de NVP onwenselijk.

De NVP vindt het een slechte zaak als de wijziging inhoudt dat straks ‘álles gemeten moet worden, voordat het op de lijst komt’. Als dat de bedoeling is, dan wordt het paard achter de wagen gespannen. Ontwikkelaars en fabrikanten van emissiearme technieken zien grote problemen als voor elke wijziging in de toekomst een meetverplichting noodzakelijk is. Dat zou innovatie en versnelling verduurzaming in de weg staan.

Er moet ruimte blijven voor het aanvragen van een afgeleide factor of techniek. Dat is goedkoper en sneller en werkt juist innovatie en finetunen van reeds bestaande technieken en inpasbaarheid daarvan (en daarmee ook de toepassingsbereidheid) in de hand.
Fabrikanten/leveranciers schrikken terug voor de meetkosten (tussen de € 75.000 en 120.000,- voor een volwaardige ongesubsidieerde meting op 4 locaties) en de tijd die er mee gemoeid is; dat moeten overheid, industrie en dierlijke sectoren niet willen. Dat is contra productief t.a.v. versnelling verduurzaming. Hierover zijn toezeggingen gedaan door de Ministeries van LNV en I&W, maar deze wijziging is niet wat recht doet aan dit reeds lang geuite probleem met de huidige systematiek.

Als er een goed idee is, wat goed te motiveren is en er akkoord is van de TAP/RVO (welke kritisch analyseren en oordelen) dan is dit veruit te verkiezen boven het meten. Als er geen manier is afgeleide systemen goedgekeurd te krijgen, dan is meten een optie. En als er dan gemeten is, is het goed om de leverancier de ‘garantie’ te geven dat zij hun systemen kunnen vermarkten (met de desbetreffende reductie kentallen). Dan komt verduurzaming sneller op gang en kunnen de bijbehorende kosten beperkt blijven.