Wijziging van de Wet toelating zorginstellingen
Reactie
Naam
|
GGZ Nederland (mr.drs. MAN Vroomen-Hübner)
|
Plaats
|
Amersfoort
|
Datum
|
16 oktober 2016
|
Vraag1
- Wat is uw reactie op het voorstel om naar aanleiding van de voorlichting van de Raad van State de taken van het College Sanering Zorginstellingen te schrappen?
Amersfoort, 14 oktober 2016
Reactie GGZ Nederland op internetconsultatie “wijziging van de wet toelating zorginstellingen”
GGZ Nederland heeft met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel wijziging Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Met het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de artikelen 17 en 18 van de WTZi te schrappen. Dit heeft ook als gevolg dat het College Sanering Zorginstellingen (verder CSZ) wordt opgeheven.
GGZ Nederland steunt het wetsvoorstel. GGZ Nederland is het eens dat artikel 17 en 18 worden geschrapt en het CSZ wordt opgeheven. GGZ Nederland onderschrijft de kritische opmerkingen van Afdeling advisering van de Raad van State tegen de overheidsbemoeienis op dit onderwerp. Het besluit om zorginstellingen voor hun vastgoed financieel verantwoordelijk te maken stamt uit 2005. In 2009 zijn instellingen met afschaffen van het bouwregime volledig zelf verantwoordelijk geworden voor hun vastgoed. Na een overgangsregime van enkele jaren zal per 2018 de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) volledig zijn doorgevoerd. GGZ instellingen zijn sinds 2009 zelf verantwoordelijk geworden voor hun bedrijfsvoering en bijbehorende risico’s ten aanzien van het onroerend goed. GGZ Nederland is van mening net als de Afdeling advisering van de Raad van State dat als gevolg van deze wijziging geen noodzaak meer is voor apart overheidstoezicht op de vervreemding van onroerend goed door ggz organisaties.
Sinds het afschaffen van het bouwregime is toezicht verschoven van overheidstoezicht naar nieuwe vormen van in- en extern toezicht. Bestuurders en toezichthouders hebben een zeer belangrijke rol gekregen. Daarnaast nemen bij vervreemding partijen zoals Banken nu al een kritische rol in en in het geval van geborgde leningen dient het Waarborgfonds eerst toestemming te verlenen. GGZ Nederland is van mening dat CSZ kan geen toegevoegde waarde meer levert. De bemoeienis van CSZ is onnodige administratieve regeldruk.
GGZ Nederland ziet deze wijzigingsvoorstellen graag zo spoedig mogelijk door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen worden met een uiterlijke ingangstermijn 1 januari 2018, wat ook het einde van het overgangsregime van de NHC is. Uiteraard is GGZ Nederland bereid om haar reactie toe te lichten. Daarvoor kunt u terecht bij Margreet Vroomen (mvroomen@ggznederland.nl).