Wijziging Waterschapswet en Waterwet voor versterking toepassing profijtbeginsel bij watersysteemheffing, ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en oplossen van enkele knelpunten
Reactie
| Naam | Anoniem |
|---|---|
| Plaats | Hilversum |
| Datum | 28 september 2022 |
Vraag1
Heeft u opmerkingen of suggesties voor de Concept wetswijziging en/of de toelichting?Wat vindt u van het voorstel ‘tariefdifferentiatie gebouwd’?
Als dit voorstel wordt opgenomen in de wet dan krijgen de waterschappen de mogelijkheid (niet de verplichting) om voor woningeigenaren en eigenaren van bedrijfspanden bij de watersysteemheffing verschillende tarieven te hanteren. Deze tarieven worden gebaseerd op het verschil in de WOZ-waardeontwikkeling tussen de woningen en bedrijfspanden.
De basis voor de waterschapsbelasting gebouwd is de WOZ-waarde. Iedere euro aan WOZ-waarde vertegenwoordigt een belang, te weten een financieel belang bij de taken van het waterschap die het immers mogelijk maken de onroerende zaak er staat (waarde kan bezitten). Dat financiële belang kan wijzigen, hoger of lager worden. Dan lijkt het mij rechtvaardig dat je naar gelang van de wijziging van de belang belasting betaalt. Van oudsher is de waterschapsbelasting immers gestoeld op het uitgangspunt belang-betaling-zeggenschap. De voorgestelde tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen maakt een inbreuk op de uitgangspunt. De premisse is immers dat het totaal van de woningen niet meer mag gaan bijdragen, zelfs niet als de waarde (het financiële belang) van/bij die woningen stijgt. Het voorstel maakt niet duidelijk welk belang dan doorslaggevend is als dit niet het financiële belang mag zijn? En, mocht dat belang niet in het financiële belang liggen, is het dan niet logischer om de waterschapssysteemheffing gebouwd op het bebouwde- of gebruiksoppervlak van de opstal te verdelen?