Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen
Reactie
Naam | Familievereniging Bartiméus (Mr. P. Lucardie) |
---|---|
Plaats | Leiderdorp |
Datum | 3 november 2016 |
Vraag1
De regering vindt dat cliënten en cliëntenraden in de zorg beter gepositioneerd moeten worden om (1) de belangen van de cliënt te behartigen en (2) meer medezeggenschap te hebben over beslissingen die door de zorgaanbieder genomen worden. De zorgaanbieder moet de cliënt de ruimte geven om tegenwicht te bieden aan de belangen van andere betrokkenen in de zorginstelling. Door maatwerk kan de medezeggenschap worden afgestemd op de afhankelijkheid van de cliënt van de zorgaanbieder. Om dit te bereiken wil de regering de wet aanscherpen. In paragraaf 6 van het algemeen deel van de Memorie van Toelichting zijn de wijzigingen op hoofdlijn beschreven.>> Vindt u het wetvoorstel effectief om de gestelde doelen te bereiken? Indien niet, heeft u suggesties voor verbetering? En zo ja, welke?
Ik vind het wetsvoorstel een goede stap vooruit. Ik wijs alleen graag op de bijzondere positie van zorgcliënten die als gevolg van hun verstandelijke beperking niet of onvoldoende in staat zijn voor zichzelf op te komen. In sommige instellingen zijn 85% of meer cliënten met zo'n beperking. Hoewel een paar keer de term "vertegenwoordiger" wordt genoemd, zou dit veel explicieter kunnen en zou ook de familievereniging erkend moeten worden als volwaardige belangenbehartiger van haar achterban. De familievereniging zou als zodanig formele "erkenning" behoeven.
Vraag2
In artikel 2 van het wetsontwerp is een bepaling opgenomen die zich specifiek richt op zorgaanbieders die een instelling hebben waarin cliënten in de regel langdurig verblijven. Op basis van dit artikel worden zij verplicht om hun cliënten de mogelijkheid te bieden om inspraak te hebben op aangelegenheden die direct van invloed zijn op het dagelijks leven van de cliënt. Deze verplichting geldt naast de meer algemene verplichting voor zorgaanbieders om zorg te dragen voor een cliëntenraad en is ongeacht de omvang van de zorgaanbieder (zie naast artikel 2 ook artikel 3, lid 1).>> Heeft u opmerkingen bij de inspraakverplichting in artikel 2?
Ook hier zou de familievereniging nadrukkelijk betrokken moeten worden bij de totstandkoming van de Cliëntenraad en het maken van afspraken indien cliënten daar zelf niet toe in staat zijn.
Vraag3
In het wetsontwerp wordt op diverse plaatsen ruimte voor maatwerk in het organiseren van medezeggenschap geboden. Daardoor is het mogelijk dat cliëntenraden en zorgaanbieders eigen afspraken maken. Deze kunnen afwijken van de algemene regeling in de wet. Bijvoorbeeld wanneer directe participatie van cliënten meer op de voorgrond komt te staan. Het wetsontwerp biedt hiertoe de ruimte. Het horen van de stem van de cliënt kan immers op veel verschillende manieren gebeuren.>> Vindt u dat dit wetsontwerp voldoende ruimte biedt aan zorgaanbieders en cliëntenraden voor maatwerk?
Een cliëntenraad is - afhankelijk van het onderwerp - niet altijd voldoende geëquipeerd om door de instelling voorgelegde kwesties goed te beoordelen. Een familievereniging met een grote achterban heeft vaak wel die expertise. Zorgaanbieders dienen zich daarvan te vergewissen en in die situaties cliëntenraden expliciet moeten wijzen op het belang zich te laten adviseren en bijstaan door die experts alvorens instemming of advies te geven aan de zorgaanbieder.
Vraag4
In de Jeugdwet zijn bepalingen opgenomen over de medezeggenschap bij jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen (artikelen 4.2.4 tot en met 4.2.12 Jeugdwet). Door de voorgestelde wijzigingen in dit wetsontwerp ontstaan er verschillen tussen de regels die gelden voor de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen en de regels voor de zorgaanbieders waarop dit wetsvoorstel zich richt. Voor een beeld van deze verschillen wordt verwezen naar paragraaf 6 van bijgevoegde Memorie van Toelichting. Met name bij jeugd-GGZ en jeugd-LVB kan het voorkomen dat een jeugdhulpaanbieder ook wordt aangemerkt als een zorgaanbieder in de zin van dit wetsontwerp, omdat ook GGZ-zorg of LVB-zorg voor niet-jeugdigen wordt aangeboden. Hierdoor zouden twee afwijkende regimes op deze aanbieders van toepassing zijn, hetgeen niet de bedoeling is. De regering is daarom van plan om aan het onderhavige wetsontwerp een onderdeel toe te voegen waarin de Jeugdwet zodanig wordt gewijzigd dat het regime van de nieuwe Wmcz ook van toepassing wordt op alle jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen in de zin van de Jeugdwet.>> Wat is uw oordeel over een zodanige wijziging?
Geen opmerkingen
Vraag5
Heeft u nog overige opmerkingen?Bij het inwerking treden van de wet zou het bestaande reglement voor de cliëntenraad van een instelling expliciet en verplicht opnieuw getoetst moeten worden aan de nieuwe wetgeving en waar nodig aangepast moeten worden. Het is de taak van de zorgaanbieder om de cliëntenraad hier ondubbelzinnig op te wijzen.