Vernieuwing BBV ter bevordering van de interne sturing

Reactie

Vraag1

In de eerdere publicatie van de commissie BBV van 10 juli 2015 over de voorgenomen herziening van de verslaggevingsregels grondexploitaties per 1 januari 2016 werd voor de in exploitatie genomen plannen de volgende definitie geformuleerd:
"Gronden die zich in het transformatieproces bevinden waarbij in bezit zijnde grond en (eventueel) aanwezige opstallen worden omgevormd naar bouwrijpe grond, met als oogmerk (opnieuw) te worden bebouwd."
- In het voorliggende (concept) wijzigingsbesluit is de volgende definitie van Bouwgrond in Exploitatie voorgesteld: "Die gronden waarvoor het gemeentebestuur een exploitatieplan heeft vastgesteld of, indien het vaststellen van een exploitatieplan achterwege kan blijven, een exploitatieovereenkomst heeft vastgesteld." (Wijziging Art 1, toevoeging lid m.)
- In de toelichting op de nota is in paragraaf 3.7.3. te lezen dat er sprake is van Bouwgrond in Exploitatie, indien er een exploitatiebegroting is vastgesteld.
Zoals reeds aangegeven in de reacties op het consultatiedocument, heeft het verschil tussen definitie in het document van juli 2015 en het voorliggende concept wijzigingsbesluit belangrijke implicaties voor de verwerking van faciliterend grondbeleid, zowel qua BBV als fiscaal. Meer duidelijkheid hieromtrent is wenselijk.
In aanvulling hierop zou ik willen opmerken dat:
- Het hanteren van de definitie zoals opgenomen in het (concept) wijzigingsbesluit ertoe leidt dat actief grondbeleid waarbij er sprake is van een publiekrechtelijk exploitatieplan, noch van een privaatrechtelijke exploitatieovereenkomst, buiten de definitie van Bouwgrond in exploitatie valt.
- De twee definities alsmede die hiervan afwijkende toelichting in de nota van toelichting,belangrijke implicaties hebben voor het tijdstip waarop er in fiscaalrechtelijke zin sprake is van het drijven van een onderneming en de overgang van de onbelaste naar de belaste sfeer i.h.k.v. de VpB. Ook hieromtrent is meer duidelijkheid nodig.