Vernieuwing BBV ter bevordering van de interne sturing
Reactie
Naam
|
gemeente Nieuwkoop (M Roelands)
|
Plaats
|
Nieuwveen
|
Datum
|
9 oktober 2015
|
Vraag1
Iedereen wordt uitgenodigd om te reageren op het ontwerpbesluit.
In de concept wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording is de verplichting opgenomen om investeringen met maatschappelijk te activeren en er op af te schrijven. In de toelichting is aangegeven dat gemeenten op dit moment vrij zijn om investeringen in de
openbare ruimte met een maatschappelijk nut (wegen, parken etc.) al dan niet te activeren en daarbij versneld af te schrijven. Dit wordt als onwenselijk gezien, omdat er grote verschillen zijn tussen gemeenten en provincies.
Weliswaar staat het de gemeente vrij om een keuze te maken, maar er was wel een nadrukkelijke voorkeur om investeringen met een maatschappelijk nut niet te activeren. De reden hiervoor is dat deze activa geen waarde hebben in het economisch verkeer, en dus geen waarde vertegenwoordigen. Door deze investeringen weer te gaan activeren zal de balanswaarde (ten onrechte?) toenemen. In de toelichting bij de conceptwijziging wordt voorbij gegaan aan de argumenten die in 2004 werden gebruikt. Als deze wijziging gehandhaafd blijft, dit graag toevoegen.
Gemeenten die de afgelopen jaren hun investeringen met maatschappelijk nut, conform de strekking van het BBV, niet hebben geactiveerd moeten conform de concept wijziging hun systematiek aanpassen voor de vergelijkbaarheid van derden. Als deze vergelijkbaarheid van gemeenten en provincies het argument is, waarom is dan niet gekozen om de lijn van het BBV 2004 te verplichten (hoe is deze afweging tot stand gekomen)? Is er onderzocht hoeveel gemeenten / provincies de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut wel / niet activeren?
In de toelichting is aangegeven om met de extra begrotingsruimte die ontstaat door de wijziging een dekkingsreserve kan worden gevormd. Het is niet duidelijk wat de bedoeling van een dergelijke dekkingsreserve is. In theorie zullen gemeenten door de gewijzigde systematiek in 30 tot 40 jaar (afhankelijk van de afschrijvingstermijn) toegroeien naar het niveau van de huidige gemiddelde lasten. Het instellen van een dekkingsreserve wekt de indruk dat wordt verwacht dat t.z.t. de boekwaarde weer moet worden afgeboekt ten laste van deze reserve. Graag ook hier een toelichting op.