Wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met toeslag vanwege voorgenomen transitie
Reactie
Naam
|
Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP) (Drs. R.C. van der Maaten)
|
Plaats
|
Zoetermeer
|
Datum
|
14 januari 2022
|
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen van het Besluit.
Samenvatting reactie NBP op het plan van de Minister van SZW om de dekkingsgraad voor indexatie per 01 januari 2022 te verlagen naar 105%.
Zie voor het volledige NBP standpunt bijgevoegd document.
De Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP) heeft de stellige overtuiging dat de indexatie problematiek rond de aanvullende pensioenuitkeringen louter en alléén veroorzaakt wordt door de weigering van DNB om de Europese regels met betrekking tot de berekening van toekomstige verplichtingen te volgen. Het in voorbereiding zijnde nieuwe pensioenstelsel zal de situatie voor veel pensioengerechtigden nog verergeren.
De NBP is er dan ook van overtuigd dat de centrale doelstelling van een waardevast pensioen op basis van 80% middelloon bij een opbouw van 42 jaar, tegen redelijke kosten, met het nieuwe pensioenakkoord niet bereikt gaat worden.
Onderstaande inbreng van NBP naar aanleiding van het plan van de Minister van SZW om de dekkingsgraad voor indexatie per 01 januari 2022 te verlagen naar 105% is dus niet meer dan een poging om mee te denken over een tijdelijke oplossing voor de korte termijn pensioenvraagstukken waar regering en parlement nu voor staan.
NBP roep bij deze de Minister en beide Kamers der Staten-Generaal op nu het initiatief te nemen tot verlaging van de indexeringsnorm per 1 januari 2022 naar 100% omdat 105% slechts voor weinig gepensioneerden soelaas biedt.
Voorts adviseert NBP om de beleidsdekkingsgraad te vervangen door de feitelijke dekkingsgraad op 31 december.
NBP is echter voorstander van een meer structurele oplossing
Deze zou gevonden kunnen worden door het projectierendement uit het pensioenakkoord naar voren te halen..
Er zijn verschillende mogelijkheden voor het definiëren van een prudent projectierendement. Randvoorwaarde moet zijn een acceptabele en evenwichtige pensioenuitkomst in relatie tot de premie. Een oplossing zou kunnen zijn het projectierendement te koppelen aan het rendement van kasstromen die met grote zekerheid zullen worden ontvangen. Of door te kiezen voor een combinatie van obligatierente met een deel van het rendement op zakelijke waarden. Een aldus berekend projectierendement zou op dit moment 1,9% bedragen.
Een uitgebreidere toelichting op het NBP standpunt en berekeningswijzen is te vinden in het bijgevoegd document.
Drs. Ronald C. van der Maaten
Waarnemend voorzitter
Bijlage