Wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met toeslag vanwege voorgenomen transitie
Reactie
Naam
|
W.A. Berrelkamp
|
Plaats
|
Groningen
|
Datum
|
11 januari 2022
|
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen van het Besluit.
Mijn grootste wens is om alle onwaarheden uit het pensioen te halen.
Omdat ik het daar niet bij kan laten zal ik deze wens onderbouwen.
Op drie punten zou ik een verandering willen doorvoeren.
Ik voeg het document toe dat ik in 2014 heb geschreven n.a.v. het pensioendebat.
Allereerst de rekenrente:
Deze Rekenrente zou eigenlijk het gemiddelde rendement moeten zijn van de afgelopen 6 jaren.
Behalve bij grote plotselinge gebeurtenissen, zoals een beurskrach, moet daar niet van afgeweken worden. Nu is de Rekenrente afhankelijk van politieke beslissingen en heeft geen relatie meer tot de echte wereld.
Leeftijd:
De levensverwachting gaat nu uit van de Prognosetafels van het Actuarieel Genootschap.
De laatste publicatie was 2020, waarbij de levensverwachting van 65 jarige mannen is bijgesteld van 20,5 naar 20 jaren en die van 65 jarige vrouwen van 23,3 naar 22,9 jaren. (vanaf 2018)
De Prognosetafels gaan uit van een verwachting en niet van een meting
Bij de berekening voor het DGA pensioen wordt gerekend met de Periodetafels.
Dit zijn de resultaten van CBS metingen over de afgelopen 6 jaren.
Als we de Periodetafels vergelijken met de Prognosetafels over de zelfde periode dan is de uitkomst:
De levensverwachting van 65 jarige mannen ging van 17,89 naar 18,03 jaren en van 65 jarige vrouwen van 20,52 naar 20,55 jaren (over de periode 2018 2020).
Maar de pensioen gerechtigde leeftijd is/wordt 67 jaar, waardoor de levensverwachting voor mannen 16,46 jaren is en voor vrouwen 18,88.
Indien we het verschil met 2019 bekijken is daar voor mannen 0,06 jaar bijgekomen en voor vrouwen 0,01 jaar. ( dus mannen 10 dagen en vrouwen 3 dagen erbij)
Voor de vrouwen is de curve al jaren vlak en bij mannen vlakt deze steeds sneller af. Qua levensverwachting lijkt het er niet op dat de mannen de vrouwen zullen benaderen
Doorsneepremie en de opbouw van het pensioenvermogen:
De doorsneepremie is geen juiste weergave voor de werkelijke opbouw van het pensioenvermogen.
Nu betaalt iedereen een premie die gekoppeld is aan het inkomen, maar de opbouw is ca. 1,75% per jaar. Dus de ouderen betalen weinig premie, maar krijgen wel een hoge opbouw.
Je zou dat makkelijk anders kunnen doen, door de opbouw te koppelen aan de ingelegde premie én het behaalde rendement.
Ik verwijs naar mijn bestand
Bijlage