Wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met toeslag vanwege voorgenomen transitie

Reactie

Naam A. de Gruijter
Plaats Roosendaal
Datum 10 januari 2022

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen van het Besluit.
In een recent arrest van de Hoge Raad in zake de spaartaks regeling wordt het volgende argument gebruikt:
“Het berekenen van de belasting op basis van een fictief rendement is in strijd met het ongestoord genot van eigendom”. De belasting moet worden geheven over het werkelijke rendement.
Ditzelfde argument is van toepassing op de pensioenen, waarbij de verplichtingen berekend moeten worden op basis van een fictief rendement en daardoor óók een aantasting van de eigendomsrechten van deelnemers en gepensioneerden is.
Als de verplichtingen op basis van het werkelijke rendement worden berekend komen de dekkingsgraden in de buurt van 200 en kan er normaal geïndexeerd worden, inclusief vergoeding van koopkrachtverlies over de afgelopen 13 jaar. Dit alles zonder de riante reserves van de fondsen significant aan te tasten (minder dan 6% van het vermogen).
Bovendien is de gestelde chanterende verplichting om vooraf akkoord te gaan met de Wet Toekomst Pensioenen onrechtmatig. Immers een groot deel van dit Wetsvoorstel is nog onvoldoende gedefinieerd en onduidelijk wat betreft de uitwerking en gevolgen.