Wijzigingen in de examinering in het vo en mbo vanwege de referentieniveaus en vanwege de beroepsgerichte kwalificatiestructuur in het mbo

Reactie

Vraag1

Als docent Nederlands op Het Rhedens in Rozendaal, zet ik de volgende kanttekeningen bij de uitvoerbaarheid:
- de kernvakkenregeling lijkt mij alleen 'uitvoerbaar' als het in principe mogelijk is dat het percentage dat slaagt voor een rekentoets of een examen Nederlands niet van te voren vaststaat; het kan niet zo zijn dat er op basis van de Wolf-gegevens zodanig gemanipuleerd wordt met de uitslag, dat er altijd een bepaalde hoeveelheid leerlingen voor elke toets zakt danwel slaagt? Dan gaat de 3f-lat rekenen of taal hoger liggen, naarmate de leerlingen beter gaan presteren. Het moet dus mogelijk zijn dat elke leerling de rekentoets haalt.
- De uitvoerbaarheid van de implementatie van de referentieniveaus in het vwo is m.i. zijn houdbaarheidsdatum gepasseerd. Ik begin nu in vwo4 met een bovenbouwprogramma dat moet leiden tot nivea 4f, maar wat dit in de praktijk betekent is nog volstrekt onduidelijk. In de omschrijving van de referentieniveaus staan bijzonder lastig te toetsen eisen (een leerling moet bijvoorbeeld in correspondentie grappen kunnen maken). Ook staan er onderdelen in genoemd die wij nog niet eerder aan de orde hebben gesteld in ons pta. Het is echter onduidelijk of en op welke manier wij dat alsnog moeten gaan doen. EEn omschrijving van de eisen voor SE en CE is nog niet gepubliceerd. Kortom: ik begin nu met een lichting VWO-4-leerlingen aan een bovenbouwtraject waarvan ik niet weet waar het heen moet leiden. En geeft ik dit jaar een pta-toets dan is het nog maar de vraag of die eigenlijk wel in het SE past. Dit kan niet.