Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen

Reactie

Naam Gemeente Amsterdam (A. Mannsur)
Plaats Amsterdam
Datum 17 december 2024

Vraag1

Zullen deze wijzigingen van de regeling leiden tot meer aanvragen?
Onze reactie:
- Positief is dat gedurende het gehele jaar de subsidie kan worden aangevraagd.
- Wat wordt er bedoeld met: “Onze Minister kan een aanvraag voor een specifieke uitkering van meer dan € 5.000.000 afwijzen (…), betreffende gebieden.”. Dit betekent toch een plafond per gemeente/locatie? Voor grote gemeentes is dit een beperking bij de aanvraag.
- Wat wordt bedoeld met “planning realisatie project opgave gemeente”?
- Vanwege de hoge kosten voor zowel de gemeente als investeerder in het bouw-en woonrijpmaken en realisatie van flexwoningen is het geboden subsidiebedrag veel te laag om een financieel haalbaar project te realiseren, uitgaande van 10-15 jaar exploitatie. Zie onder meer de studies van Conijn, Expert judgement 2023. Niet duidelijk is verder of het hier gaat om een tekort op de grond -en de vastgoedexploitatie tezamen? M.a.w. € 7.800 per woning blijft nog steeds sprake van een substantieel onrendabele businesscase voor de investeerders. Dit is de meest gehoorde reden voor hen om geen flexwoningen te realiseren en exploiteren.
- Aangegeven wordt dat de subsidie omhooggaat van € 7.800 naar € 8.500. O.i. is er sprake van een verlaging van € 12.000 naar € 8.500 per woning.
- De gestelde termijn wordt binnen 1 jaar starten met de bouw, dat is te kort, want dat betekent de subsidies pas kunnen worden aangevraagd gedurende het ontwikkelingsproces. Partijen (gemeenten, maar ook investeerders in de woningen), moeten dan geruime tijd op eigen risico werken tijdens de planontwikkeling, zonder zekerheid of subsidie wordt verstrekt.
- Net als bij de herplaatsingsgarantie is onduidelijk of bij het doorgeven van gemeente van (een deel van) de subsidie sprake kan zijn van staatssteun. Met name bij commerciële partijen is dat een serieus risico.
- De eis voor de toedeling van Statushouders blijft dat 30% van de woonruimte in het project of elders in de woonvoorraad van de gemeenten naar statushouders. In Amsterdam kunnen er geen aanvullende afspraken met corporaties worden gemaakt voor statushouders in de bestaande voorraad, omdat er met hun al afspraken bestaan over hoe de woningen voor statushouders worden verdeeld over de beschikbare woningen voor kwetsbare groepen in de bestaande woningvoorraad. Daarnaast maakt de mogelijke regelgeving van het Rijk, geen voorkeursbeleid voor statushouders bij woningtoekenning, het onuitvoerbaar om statushouders elders in de woningvoorraad te huisvesten.