Wijziging subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed
Reactie
Naam
|
Gemeente Eindhoven (drs. L.A.D.M. Bankers)
|
Plaats
|
Eindhoven
|
Datum
|
18 april 2023
|
Vraag1
Wilt u reageren op de wijziging van de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Reactie deel 2 van 3
2) Voorkom non-realisatie
Doordat de inschrijving ‘vrijblijvend’ is kunnen projecten met een lage realisatiekans andere projecten met een 100% realisatiekans uit de DUMAVA-regeling drukken (het zogenaamde ‘handdoekje leggen’). Dat zorgt voor grotere onzekerheid over de kans op een positieve beschikking en uiteraard ook voor extra uitvoeringskosten bij RVO. Extra kosten die niet bijdragen aan de uiteindelijke opschaling van hernieuwbare energie.
Daarom lijkt het gepast om deze non-realisatie als gevolg van strategisch gedrag in te dammen. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld een boetemaatregel ter hoogte van een bepaald percentage van het subsidiebedrag (met een bepaald minimumbedrag). Een andere mogelijkheid is dat bijvoorbeeld een bepaald percentage van het subsidiebedrag moet worden ingelegd als ‘statiegeld’ en dat dit bedrag niet wordt terug betaald bij non-realisatie.
3) Voorrang geven in 2e ronde aan uitgelote projecten
Kansrijke/voorbeeld projecten zijn door de loting noodgedwongen ‘on hold’ gezet of afgeblazen. Door bij de 2e ronde voorrang te geven aan de subsidie-aanvragen die in de 1e ronde zijn uitgeloot hoeven verduurzamingsprojecten niet te worden afgeschaald. Er is geen sprake van desinvestering voor advieskosten én de voortvarende aanpak wordt toch nog beloond.
Aandachtspunt is dat bij deze voorrangsregeling er nog mogelijkheden zijn om de ramingen te actualiseren en/of maatregelen toe of af te voeren. Dat hier dus soepel mee wordt omgegaan.
4) Combinatie van 2 en 3
Door als aanvullende voorwaarde aan een voorrangsregeling een ‘non-realisatie’-beding te verbinden beloon je toch nog de koplopers (=de partijen die in de 1e tranche vaak forse inspanningen hebben verricht om een aanvraag op te stellen). Door de keuze open te laten of men mee wil doen aan óf de voorrangsregeling met ‘non-realisatie’-beding óf aan de lotingsregeling voorkom je eventuele discussie over dit ‘non-realisatie’-beding.