Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026

Reactie

Vraag1

Het niet indexeren van de kinderopvangtoeslag zal het inkomen van gastouders nog verder onder druk zetten dan het nu al staat. In tegenstelling tot kindcentra heeft de gastouder een 1-op1 relatie met ouders en daardoor is het verhogen van tarieven veel moeilijker. De gastouder is in haar inkomen namelijk veel afhankelijker van het behouden van een enkele klant dan een kindcentrum. Hierdoor zie je in alle kwartaalcijfers kinderopvang die de Overheid publiceert dat het gemiddelde tarief dat ouders aan een gastouder betalen veel dichter ligt bij het maximale toeslagtarief ligt dan de tarieven voor kinderdagverblijf of BSO.

Het aantal gastouders daalt al jaren waardoor de beschikbaarheid van gastouders inmiddels echt onder druk staat. In januari 2019 waren er nog 27.881 gastouderlocaties en in januari 2024 nog 16.805. Een daling van maar liefst 40% in vijf jaar! Het wederom niet indexeren van het toeslagtarief voor gastouderopvang maakt het beroep nóg onaantrekkelijker en zorgt voor meer uitstroom van gastouders en een nog beperktere beschikbaarheid.

Vanuit de nieuwe Wet DBA rekent het Kabinet met een inkomen van € 32,24 dat een zzp’er dient te verdienen.

Op dit moment is het maximale toeslagtarief vanuit de overheid voor gastouderopvang € 7,53 per kind per uur. Hier moeten het gastouderbureau én de gastouder van betaald worden. De gemiddelde gastouder vangt gemiddeld drie kinderen tegelijkertijd op. Dan kom je op een uurtarief van € 22,59 voor gastouder én gastouderbureau samen. Gemiddeld gaat 10% van de totale vergoeding naar het gastouderbureau. Hierdoor blijft er ongeveer € 20 per uur voor de gastouder over. Dit is slechts 62% van het tarief dat een zelfstandige volgens het Kabinet moet verdienen.

Ons standpunt is dat het tarief van gastouderopvang juist verhoogd moet worden in plaats van verlaagd. Om te beginnen naar hetzelfde tarief als de kinderdagverblijven en BSO’s. Hierdoor stijgt het inkomen voor gastouders met 21-36% en komt het veel dichter in de buurt van de € 32,24 die het Kabinet voor ogen heeft. Bovendien moet het de overheid financieel niet uitmaken of een ouder zijn kind naar een kindcentrum brengt of naar een gastouder