Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026

Reactie

Vraag1

Wij vinden dat het besluit van de overheid om in 2026 de maximum uurprijs voor kinderopvang niet te indexeren, niet in lijn is met het principe dat kinderopvang voor iedereen toegankelijk moet zijn. Deze maatregel raakt vooral de lagere inkomens, die financieel nadeel zullen ondervinden van het niet-indexeren van de maximum uurprijs. Dit besluit lijkt enkel ingegeven door een behoefte om op de begroting te besparen en vergroot de kansongelijkheid in Nederland.

Kinderopvangorganisaties worden elk jaar geconfronteerd met reële kostenstijgingen door inflatie en cao-loonstijgingen. De sector werkt met beperkte marges en is gebonden aan strikte wet- en regelgeving, waardoor het niet mogelijk is om de uurtarieven een jaar niet te indexeren. De Wet Kinderopvang bepaalt dat de maximum uurprijs jaarlijks moet worden aangepast aan de inflatie, zodat de overheidsvergoeding in lijn blijft met de stijgende kosten. Het plan om dit in 2026 niet te doen, negeert deze cruciale bepaling.

Daarnaast willen we aandacht vragen voor de mogelijke gevolgen voor de peuteropvang en voorschoolse educatie (VE). Veel gemeenten baseren hun subsidiëring op het maximum uurtarief. Als er in 2026 geen indexering plaatsvindt, zal dit direct leiden tot een tekort in de exploitatie van VE-aanbieders zoals wij. Dit zou kunnen betekenen dat ouders een hoger tarief moeten betalen, wat onwenselijk is en voor veel gezinnen, die juist baat hebben bij VE, onbetaalbaar wordt.

Daarom doen wij een dringend beroep op het kabinet en de Tweede Kamer, en steunen wij de oproep vanuit de branche: wees een betrouwbare overheid die investeert in een stabiel kinderopvangstelsel, waarop ouders, kinderen, medewerkers en kinderopvangorganisaties kunnen vertrouwen. Blijf daarom indexeren!