Wijziging Wfsv
Reactie
Naam
|
Ton van Oostrum - expertise arbo en verzuim (Drs. Ton van Oostrum)
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
17 maart 2020
|
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen.
Aloud probleem is dat niet alle werkgevers arbodienstverlening contracteren. De arbowetswijziging van juli 2017 was mede ingegeven door toename daarvan. Boetes zijn verhoogd, het ontbreken van beschikbaarheid van een bedrijfsarts heet in de Toelichting ‘ernstig’.
De Inspectie SZW toont in haar laatste monitor een verbetering over 2018; 80% van de werkgevers contracteert arbodienstverlening in plaats van eerder 70 à 75%. Het achterblijven doet zich vooral voor bij de allerkleinste arbeidsorganisaties en in de horeca. Een nadere duiding is niet mogelijk, er bleken bij de vorige arbobeleidsdoorlichting bijvoorbeeld geen wezenlijke verschillen tussen recent gestarte en langer bestaande bedrijven. Hier ligt een reëel risico voor de werkgevers die dit aangaat. En vooral voor werknemers, haperende verzuimbegeleiding kan gezondheidsschade geven.
Nu doet zich een kans voor. UWV / Belastingdienst berekenen straks volgens dit wetsvoornemen jaarlijks per werkgever de geldende ao-premie. Naar valt aan te nemen worden werkgevers tijdig geïnformeerd met welke premie ze rekening moeten houden. Wat kan er tegen zijn om in dat bericht op te nemen: “De lagere premie wordt geëffectueerd wanneer u ons uw contract met uw arbodienstverlener stuurt (of verzuimverzekering waarin dat vervat is).” Dit zou op z’n minst een experiment waard zijn. Het zal in ieder geval goedkoper zijn dan wanneer de Inspectie SZW de tienduizenden zeer kleine werkgevers moet zien te bereiken.
De naleving van de RI&E-plicht behoeft ook verbetering. Staatssecretaris Van Ark meldt dat de Inspectie SZW experimenteert met het oog op uiteindelijk 100% inspectiedekking. Is bedoelde berichtgeving over het arbocontract niet ook een stap daarheen?
Mijn voorgestelde actie dient uiteindelijk vooral ook werknemers: verzuimbegeleiding is hun gezondheidsbelang.