Rnb
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Hoofddorp
|
Datum
|
10 juni 2022
|
Vraag1
Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
Ik ben inmiddels 61 jaar en jaag al vanaf mijn 16 jaar toentertijd nog met mijn vader in jachtvelden die ik nu nog steeds bejaag. In al die jaren werd door mijn vader en nu al jaren door mij een afschot registratie bijgehouden. Nu zijn daar meldsystemen voor maar voor onszelf werd dit ook altijd bijgehouden. In al die jaren zijn er slechts kleine schommelingen geweest in het aantal hazen dat wij ieder jaar konden oogsten. Wij hielden de wildtand goed in de gaten en lieten ons ook niet door de grondgebruikers opjutten om nog meer te schieten. Een jager wil immers ook het volgende jaar weer op een gezonde stand kunnen rekenen. In de bollenteelt is men wars van hazen omdat die volgens de telers plantenziekte verspreiden aan hun vacht. Het gaat maar zeer beperkt over vraatschade alhoewel dat ook plaatsvindt. Het in het vervolg te moeten gaan bestrijden van hazen lijkt me geen goede zaak ook omdat dit dan in de zomer gaat plaatsvinden. Dan is immers de schade merkbaar en staan de gewassen in bloei. Nu wordt in het najaar de wildstand gedecimeerd tot een voor alle partijen acceptabele stand. Ik maak me dus grote zorgen om het voornemen om de jacht op het haas te sluiten. Ik vrees namelijk dat bij het sluiten van de jacht het haas niet in staat zijn te blijven voortbestaan in vele gebieden.
Het huidige systeem waarbij de jager verantwoordelijk is voor een goede wildstand is namelijk naar mijn mening dé reden waarom we op plaatsen waar dit juist wordt uitgevoerd een mooi bestand van hazen blijven zien. Ondanks de toenemende recreatiedruk en inperking van leefgebieden door bebouwing en grootschalige landbouw. De jager heeft er namelijk alle belang bij dat de wildsoort gedijt, zodat hij aan het einde van het jaar daar ook een bescheiden deel van kan oogsten voor eigen consumptie. Als dit voorrecht voor de jager ingetrokken wordt, dan rijst de vraag waarom de jager nog zoveel moeite zou blijven doen voor een goede habitat van de wildsoort. Het aanleggen van wildakkers waar het haas rust, veiligheid en voeding vindt. Of het bejagen van kraaien en vossen om de overlevingskans van jonge haasjes te vergroten. En het uitkammen van grasvelden met ervaren jachthonden voordat deze velden gemaaid worden, om jonge haasjes te redden van de cycloonmaaiers van de boeren. Allemaal vrijwillig en kosteloze arbeid van de jager, hetgeen hij met plezier en passie uit voert.