Rnb

Reactie

Vraag1

Ongetwijfeld heeft de minister kennis genomen van alle argumenten die de Jagersvereniging heeft genoemd tegen het voornemen om de jacht op haas en konijn te sluiten in Limburg, Groningen en Utrecht. Al deze argumenten ondersteun ik van harte. Toch wil ik daar een persoonlijke noot aan toevoegen. Ik ben al meer dan 30 jaar jachthouder van een jachtveld van 55 ha in de omgeving van Drachten. Even zo lang heb ik een goed beeld van de hazenpopulatie ter plaatse. Tellen en waarnemen, al dan niet in WBE verband, laten ter plaatse een relatief bescheiden hazenpopulatie zien. In sommige jaren is dat wat meer en in sommige jaren wat minder. Omdat het een weidegebied betreft doen de hazen hier weinig gewasschade. De laatste 14 jaar heb ik als jachthouder besloten om in dit veld geen hazen meer te schieten. Hiermee is de populatietrend niet beïnvloed. Het aantal hazen is niet toe- of afgenomen. Het feit dat ik als jachthouder, binnen de wettelijke kaders, een dergelijk besluit kan nemen onderstreept de verantwoordelijkheid die ik draag op basis van kennis, ervaring en ethisch besef. Juist deze vrijheid ervaar ik als een groot goed. Deze instelling en mentaliteit kom ik bij collega jagers in heel Nederland tegen. In de afgelopen decennia heb ik gezien hoe jacht, faunabeheer en schadebestrijding steeds verder werden dicht geregeld. Lang niet altijd ten gunste van populaties in het wild levende dieren. Mijn verzoek aan de minister is tweeledig: (1) om de verantwoordelijkheid voor jacht, faunabeheer en schadebestrijding te laten waar het thuis hoort: Bij jachthouders in WBE verband die lokaal maatwerk leveren op basis van hun kennis en ervaring en dus (2) af te zien van de sluiting van de jacht op haas en konijn in Limburg, Groningen en Utrecht.