Rnb

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Helmond
Datum 6 juni 2022

Vraag1

Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
WBE De Helm maakt ernstig bezwaar tegen het voornemen de jacht op één of meer soorten genoemd op de lijst van bejaagbare soorten al dan niet tijdelijk te sluiten, omdat de minister hiermee direct de jachtrechten (eigendomsrechten) van de WBE en haar leden aantast. Daarnaast ontneemt de minister met het (tijdelijk) sluiten van de jacht op één of meer soorten de mogelijkheid aan de WBE de populaties van deze soorten tijdens het jachtseizoen te beperken en daarmee schade te voorkomen.

Het voornemen van de minister, om volgend jaar ook te kijken naar de stand van de andere soorten op de wildlijst en te bezien wat de maatschappelijke en financiële impact is als de jacht niet wordt geopend, heeft ernstige consequenties voor het faunabeheer. Vooruitlopend hierop vraagt de WBE de minister hier zorgvuldig mee om te gaan, omdat hierdoor niet alleen de wettelijke basis voor jacht, maar ook de basis voor het beheer en de schadebestrijding verdwijnt.

De WBE wil zich met steun van de minister blijven inzetten voor het handhaven en daar waar nodig verbeteren van de wildstand in haar werkgebied, waarbij het voorkomen van schade niet uit het oog mag worden verloren. Het landelijk (tijdelijk) sluiten van de jacht op één of meerdere wildsoorten draagt hier niet aan bij. Te meer daar de jacht niet de oorzaak is van de teruggang van sommige soorten en het sluiten van de jacht niet of nauwelijks bijdraagt aan het verbeteren van de stand. De WBE vraagt de minister dringend haar voornemen te heroverwegen en bij het beoordelen van de stand van soorten de cijfers te betrekken van de soortgerichte (trend)tellingen, zoals de provinciale faunabeheereenheid en de wildbeheereenheden deze jaarlijks uitvoeren. Moderne telmethodes en middelen zoals nachtzicht- en warmtebeeldapparatuur geven daarbij een realistischer beeld van de stand van de diverse soorten dan nu door de onderzoekers wordt gehanteerd. Tenslotte vraagt de WBE de minister soorten, waarvan de stand niet in geding is en die volgens de habitat- en vogelrichtlijn bejaagbaar zijn, zoals o.a. diverse eenden- en ganzensoorten, wilde zwijnen en reeën, alsnog op de lijst van bejaagbare soorten op te nemen.

Voor een nadere toelichting van deze zienswijze wordt verwezen naar bijgevoegd document.

Bijlage