Rnb

Reactie

Naam Alice Dekker
Plaats Groningen
Datum 30 mei 2022

Vraag1

Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
De populatiegrootte van hazen en konijnen is met 60% afgenomen. Uit de reacties op deze consultatie blijkt dat dit percentage niet wordt vertrouwd. Er wordt veelvuldig vermeld dat er in eigen omgeving juist meer hazen worden gezien. Het gaat echter om een gemiddelde afname van de populatiegrootte sinds 1950 in het hele land. Piekjaren en hazenrijke veldjes zijn goed mogelijk. Ook wordt er geopperd dat er geteld zou zijn door activisten. Zelfs als de aantallen af en toe naar boven of beneden zijn afgerond, zou dat de conclusies wat betreft het langjarige gemiddelde nauwelijks beïnvloeden. Onder de tellers bevonden zich waarschijnlijk zowel jagende-, als niet-jagende natuurliefhebbers en specialisten. Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research in opdracht van het Ministerie van LNV. Erkend onderzoek zou niet voortdurend in twijfel moeten worden getrokken.
Haas, fazant, wilde eend, konijn en houtduif zijn aangewezen als soorten die vrij bejaagd mogen worden. Ze kwamen destijds algemeen voor en konden gezien de staat van instandhouding de jachtdruk verdragen. Een achteruitgang van 60% betekent echter dat er bij hazen en konijnen al lange tijd geen sprake meer was van het kunnen-verdragen-van-de-jachtdruk. Er is schrikbarend laat gereageerd door de toezichthouders.
Verlies aan leefgebied en afname van de kwaliteit ervan zijn de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang. Ethische bezwaren tegen de plezierjacht daargelaten, biedt de slechte staat van de Nederlandse natuur gewoon geen ruimte meer voor de vrije jacht. Het aantal mensen dat een jagersopleiding volgt en ‘jachtgelegenheid’ probeert te verwerven groeit echter. De populariteit van jagen en de noodzaak om ermee te stoppen nemen dus gelijktijdig toe. Heldere regelgeving en handhaving daarvan zijn dus noodzakelijk. Het tijdelijk niet openen van de jacht op hazen en konijnen is enkel een noodgreep voor de korte termijn. Deze maatregel zou tot gevolg kunnen hebben dat jagers zich gaan richten op de overgebleven bejaagbare soorten. Bekend is dat fazant, wilde eend en houtduif een neerwaartse populatietrend vertonen.
De dreigende teloorgang van de patrijs kan als waarschuwing worden gezien. Er worden grote inspanningen geleverd en er worden miljoenen besteed aan het redden van deze soort, die altijd volop werd bejaagd. Met de biodiversiteitscrisis, de vogelgriep en een algeheel slechte staat van de Nederlandse natuur hebben we meer nodig dan halve maatregelen.