Rnb

Reactie

Naam de heer P. Cranssen
Plaats Herten
Datum 1 juni 2022

Vraag1

Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
Artikel 3.14 lid 1 Wet natuurbescherming.
Jachthouders met een jachtakte organiseren zich met anderen in een wildbeheereenheid, die de rechtsvorm van een vereniging heeft, ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan en om te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers of terreinbeheerders. Ook grondgebruikers en terreinbeheerders kunnen lid worden van de vereniging.

Artikel 3.20 lid 3 Wet natuurbescherming.
De jachthouder doet datgene wat een goed jachthouder betaamt om een redelijke stand van de in zijn jachtveld aanwezige wild als bedoeld in het tweede lid te handhaven, dan wel, bij het ontbreken daarvan, te bereiken, en om schade door in zijn jachtveld aanwezig wild als bedoeld in het tweede lid te voorkomen.

Bovengenoemde wetsartikelen geven mijn WBE en mijzelf als jachthouder een grote verantwoordelijkheid om wildschade te voorkomen en veel belang met betrekking tot de 5 wildsoorten. U heeft mij bij uw voorgenomen besluit om de jacht op haas en konijn voor het komende jachtseizoen niet te openen niet als belanghebbende gehoord. Ik ervaar dat als een groot gemis. Ik verzoek u rekening te houden met mijn wettelijke belangen en de persoonlijke schade die ik door uw besluit lijdt.

Ik woon in Herten. Ik ben lid van de WBE Annendaal. De oppervlakte van mijn jachtveld is 160 hectaren. Het gemiddelde aantal hazen in het voorjaar in mijn jachtveld 50 stuks. Het gemiddeld aantal konijnen in het voorjaar in mijn jachtveld is 20 stuks. Er staan ook schadegevoelige gewassen in mijn jachtveld: Mais, erwten, bonen, schorseneren, bieten en Cichoreiwortels.

Is de stand van de beide genoemde wildsoorten afnemend, gelijk of toenemend?
De Stand op haas is toenemend. De stand op Konijn is stabiel.