Rnb

Reactie

Naam ir. F.J.H.M. Teunissen
Plaats Rotterdam
Datum 31 mei 2022

Vraag1

Reacties op het ontwerp van deze wijzigingsregeling.
Naar mijn mening is het uitgangspunt van deze beleidsbeslissing geheel verkeerd. De minister is voornemens om in te grijpen op iets dat bij wet geregeld is. Zoiets kan alleen als daar urgente redenen voor zijn die een belang van overwegende aard dienen. Daarvan is hier geen sprake. Bovendien grijpt de minister in op een bevoegdheid die voornamelijk aan de provincies is gedelegeerd. Daarom is het voornemen van de minister staatsrechtelijk twijfelachtig en dient zij rekening te houden met gerechtelijke procedures die zeer wel succesvol zouden kunnen zijn. Zulks dient het staatsbelang niet, integendeel.
Zelfs interventie door de provincies is kwestieus omdat de stand van haas en konijn niet alleen per provincie, maar zelfs binnen provincies sterk kan variëren. De minister dient terughoudendheid te betrachten m.b.t. het ingrijpen op bij wet geregelde aangelegenheden, vooral als de omstandigheden op lokaal niveau variabel kunnen zijn. Voorts dient te minister te overwegen dat:
1) De wet al voorschrijft dat jagers zorg moeten dragen voor een redelijke wildstand in hun jachtveld. Ten hoogste zou een (provinciale!) FBE jagers daarop kunnen aanspreken. De minister kan niet aantonen dat zij vanuit Den Haag kan zien of bepalen dat de jachtdruk op haas of konijn dusdanig significant is dat landelijke maatregelen nodig en gewettigd zijn.
2) Niet is aangetoond dat jachtdruk een factor van betekenis is in de stand van haas of konijn. Met name van de laatste is bekend dat die stand sterk varieert met golven van myxomatose en VHS, maar nauwelijks reageert op jachtdruk (jacht hier niet inhoudende schadebestrijding).
3) Waar het schieten van konijnen in het kader van schadebestrijding nog steeds doorgaat, komt het besluit om de jacht niet te openen op zijn zachtst gezegd potsierlijk over. Wat denkt de minister hiermee te bereiken? Dat wil zeggen: anders dan het ogenschijnlijk tegemoet komen aan de druk vanuit een kleine, maar buitenproportioneel luidruchtige lobby.
In het kort: het voorgenomen besluit is onredelijk, ineffectief, staatsrechtelijk aanvechtbaar en gaat ook nog eens voorbij aan het principe dat de overheid niet moet ingrijpen in aangelegenheden die verantwoordelijke en zelfstandige burgers (zelfs jagers!) het best zelf kunnen regelen.