Regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur

Reactie

Vraag1

Afgelopen week hebben wij een mondeling overleg gehad met medewerkers van het ministerie BZK. Op dit moment zijn wij de propositie (maart 2022) aan het formaliseren naar een aanvraag conform te nog vast te stellen regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur. In het gesprek over de formalisatie van deze aanvraag werd ons duidelijk dat het Rijk voor deze regeling de definitie van een betaalbare koopwoning gelijk wil trekken naar de inmiddels gehanteerde prijsgrens van maximaal 355.000 V.O.N.
Op het moment van indienen van de propositie was de definitie van een betaalbare koopwoning: een woning tot aan de NHG-grens. In onze propositie was deze grens ook uitgangspunt (dit is ook zo benoemd in de propositie), en nog belangrijker: het woningbouwprogramma voor de de in de propositie opgenomen woningbouwlocaties zijn inmiddels overeengekomen met de ontwikkelaars en ook daar is de NHG-grens definitie in opgenomen.

Conclusie: Als klopt wat mondeling is toegezegd dat het Rijk overweegt om in deze regeling de definitie nog te wijzigen t.o.v. hoe deze er nu in staat dan heeft dit grote gevolgen. Er is namelijk al een ander woningbouwprogramma overeengekomen met de ontwikkelaar die uitgaat van de definitie zoals deze nu in de regeling staat die nu ter consultatie ligt, en dus van de definitie NHG-grens. Als deze definitie gewijzigd wordt, heeft dit voor ons het gevolg dat wij (net) niet meer aan de voorwaarde kunnen voldoen die stelt dat er minimaal 50% betaalbare woningen gerealiseerd moeten worden.