Regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Goes
|
Datum
|
12 mei 2023
|
Vraag1
Hebt u vragen of opmerkingen? U kunt via deze website reageren op alle onderdelen van de regeling en de toelichting.
In artikel 5, lid 2 van de regeling staat dat ‘Voor een specifieke uitkering komen niet in aanmerking: (…) c. kosten gemaakt voorafgaand aan 1 januari 2023’. De beslisdatums op de gehonoreerde proposities in het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving (BOL van juni 2022) en het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO-MIRT van november 2022) liggen echter voor deze datum. Dit zou inhouden dat wij grofweg, afhankelijk van welk project, de gemaakte kosten van juli tot en met december 2022 en de gemaakte kosten in december 2022 voor de inframaatregelen niet in rekening kunnen brengen. Het hanteren van een dergelijk datum pakt dan financieel nadelig uit voor de beide projecten.
Na de genoemde besluiten hebben wij daar waar mogelijk fysieke maatregelen opgepakt en ook direct kosten gemaakt in de periode tot aan de nu voorgestelde datum van 1 januari 2023. Het zou onwenselijk zijn dat deze kosten nu niet meer in aanmerking kunnen komen. En ook geen recht doen aan het doel van de regeling om versnelling op gang te brengen. Het argument dat dit lastig is uit te voeren zoals opgenomen in de toelichting bij de regeling lijkt ons dan niet van doorslaggevend belang.
Wij zouden graag zien dat de beslisdatums van BOL en BO MIRT als startdatum worden gehanteerd voor het in aanmerking laten komen van de gemaakt kosten en daarmee meegenomen kunnen worden in de subsidieverantwoording.