Wijzigingsregeling woningbouwimpuls onderscheid grote en kleine gemeenten

Reactie

Vraag1

De wijzigingsregeling maakt het voor kleine gemeenten (<50.000 inwoners) mogelijk om een aanvraag in te dienen voor projecten met een minimale projectgrootte van 200 woningen in plaats van 500 woningen. Dit betekent dat gemeenten met meer dan 50.000 inwoners geen plannen kunnen indienen kleiner dan 500 woningen. De grotere projecten in Weert betreffen projecten van 200-340 woningen, maar zijn in ieder geval kleiner dan 500 woningen. De wijzigingsregeling betekent dus dat de gemeente Weert niet in aanmerking komt voor financiële ondersteuning vanuit de 4e tranche woningbouwimpuls. Dit terwijl:
-de woningvoorraad in de gemeente Weert in de afgelopen jaren met 1,0 - 1,3% per jaar is gegroeid, bovengemiddeld ten opzichte van Nederland.
-de gemeente Weert een aanzienlijke woningbehoefte en planvoorraad en daarmee ook een verhoudingsgewijze bijdrage kan leveren aan de landelijke woningbouwdoelstelling en de overloop vanuit zuidoost Brabant.
-in het kader van de 3e tranche woningbouwimpuls reeds is bepaald dat de gemeente Weert en gemeenten in Noord- en Midden-Limburg geen plannen konden indienen kleiner dan 500 woningen vanwege een regio-indeling die afwijkt van de regio-indeling die in Limburg geldt;
-dat gemeenten in Noord- en Midden-Limburg in reactie op bovenstaande hebben aangegeven van mening te zijn dat de formulering van de 3e tranche woningbouwimpuls strijdig is met de motie Koerhuis c.s. De gemeenten hebben aangedrongen op aanpassing van de criteria t.a.v. de 3e tranche woningbouwimpuls (bij brief van 12 juli 2021),
-dat het ministerie van BZK bij brief van 27 september 2021 heeft aangegeven dat onze signalen ter harte zijn genomen en dat deze gebruikt worden bij de invulling van eventuele nieuwe regelingen. Naar het nu blijkt is dit onvoldoende gebeurd.

In algemene zin is de veronderstelling dat gemeenten met meer dan 50.000 inwoners in staat zijn plannen in te dienen van meer dan 500 woningen niet alleen niet juist en willekeurig, maar het criterium sluit ook onnodig gemeenten uit. Waarom niet de 200 woningen-grens toegepast op alle gemeenten?

Een alternatief is de gemeenten de mogelijkheid te geven om verschillende plannen bij elkaar op te tellen, zodat wel aan het minimum aantal van 500 woningen kan worden voldaan.