Besluit huurprijzen woonruimte

Reactie

Vraag1

De liberalisatiegrens zou de bovengrens voor sociale huurwoningen moeten zijn. Vooral als sociale huurwoningen bewoond worden door mensen met een laag inkomen.
Er zijn, door de woningnood en huurstijgingen geen alternatieve woningen voor mensen die de huur niet meer kunnen opbrengen. Als de huren steeds hoger worden door een hoge maximale huur gecombineerd met een huurstijging boven de inflatie lijkt het onvermijdelijk dat er steeds meer mensen in de problemen komen.

Het aandeel van de WOZ waarde beperken in sociale huurwoningen is dus een goede stap maar gaat lang niet ver genoeg. De maximale huur van veel sociale huurwoningen, vooral in grote steden, komt met 33% WOZ aandeel nog steeds boven de liberalisatiegrens uit. Als de huurder vertrekt, kunnen deze woningen voor een veelvoud van de sociale huur verhuurd worden. Betaalbare huurwoningen worden dan nog schaarser.

Steeds meer bewoners met een laag inkomen krijgen dankzij de hogere woningwaardering en de huurverhogingen boven inflatie een hoge huur en daarmee recht op maximale huursubsidie. Deze extra huursubsidie wordt dus rechtstreeks doorgesluisd naar de verhuurder die ook al winst maakt door de hogere huur en hogere (WOZ) waarde van zijn eigendom.

In dit voorstel zou ook de invloed van monumentenpunten beschouwd moeten worden. De monument waarde van een woning komt al tot uitdrukking in de WOZ-waarde. Maar toch worden er nog 50 extra punten aan de woningwaarde toegekend als een woning op de monumentenlijst staat. Dat is een zeer groot aandeel van het totaal aantal punten voor een woning. Als een woning oorspronkelijk 90 punten waard was en er vijftig monument punten bovenop komen betekent dat ook het aandeel WOZ daarover berekend wordt. 33 Procent wordt dan een onevenredig groot aandeel en in deze gevallen helpt de beperking dus niet genoeg.
Sociale huurwoningen in monumenten worden meestal niet goed onderhouden door huiseigenaren, vertonen veel ouderdomsgebreken en zijn vaak niet energiezuinig te maken. Het totaal aantal punten, en de maximale huur staan dan niet in verhouding tot het woongenot.