Wijziging Woningwet in verband met definitie bouwwerk

Reactie

Naam Hoogstad Scheepstimmerwerk (N Hoogstad)
Plaats Rotterdam
Datum 9 juni 2015

Vraag1

Wat is uw zienswijze ten aanzien van dit voorstel met betrekking tot het overgangsrecht en het vastleggen van de definitie van bouwwerk?
Historische vaartuigen en varende woonschepen aanmerken als drijvend bouwwerk is onwenselijk, onnodig en onhaalbaar.

Nederland heeft de grootste collectie Varend Erfgoed ter wereld. Deze historische schepen van 50 jaar en ouder worden voor het overgrote deel door particulieren in stand gehouden. Dat is mogelijk doordat zij het voormalige vracht- of vissersschip een nieuwe bestemming hebben gegeven als varend woonschip. Zo behouden zij een uniek stuk erfgoed, dat net zo oer-Hollands, beeldbepalend en historisch waardevol is als de monumentale molens en grachtenpanden.

Als varende, historische woonschepen worden beschouwd als drijvend bouwwerk, dan moeten zij voldoen aan de Woningwet en het Bouwbesluit.
Dit is onwenselijk, want:
1. Het tast onherroepelijk het historische karakter van de schepen aan.
2. Het maakt het wonen op en varen met een historisch schip onmogelijk en brengt daarmee het behoud van het Varend Erfgoed in gevaar.
3. Varende woonschepen staan al onder sterk toegenomen regeldruk: Certificaat van Onderzoek, Automatic Identification System, Groot Pleziervaartbewijs, Besluit Lozing Afvalwater.
Dit is onnodig, want:
1. Er zijn al eisen ten aanzien van deugdelijkheid en veiligheid vanuit de overheid (Binnenvaartwet, Binnenvaartbesluit, Certificaat van Onderzoek), verzekering en havenreglementen.
2. Er zijn lokaal al afspraken met gemeenten over toelating en welstand.
3. Er zijn al criteria voor de authenticiteit en cultuurhistorische waarde vastgelegd in het Nationaal Register Varend Erfgoed Nederland (RVEN).
Dit is onhaalbaar, want:
1. Varende schepen kunnen onmogelijk aan de eisen van het Bouwbesluit voldoen.
2. Voor het toepassen van eenvormige wooneisen is de vloot historische schepen te divers.
3. Conflicten met andere wetten dreigen. Uit jurisprudentie blijkt dat varende woonschepen aangemerkt worden als ‘onroerende zaak’. Een onroerende zaak kan niet tevens een bouwwerk zijn.

Als scheepstimmerman en -restaurator wil ik onderstrepen dat de woning aan boord van een historisch schip, al dan niet varend, onmogelijk aan het Bouwbesluit kan voldoen. Dat geldt voor bestaande situaties, maar ook voor in de toekomst te restaureren casco’s. De wetswijziging zal desastreus uitpakken voor het Varend Erfgoed in Nederland. Ik vertrouw erop dat de minister van Wonen en Rijksdienst het niet zo ver laat komen en een vrijstelling zal verlenen voor historische vaartuigen en varende woonschepen.