Wijziging Woningwet in verband met definitie bouwwerk

Reactie

Naam Platform Waterrecreatie (Dhr. Ir. P.H. Paternotte)
Plaats Groenekan
Datum 9 juni 2015

Vraag1

Wat is uw zienswijze ten aanzien van dit voorstel met betrekking tot het overgangsrecht en het vastleggen van de definitie van bouwwerk?
De wijziging van de Woningwet en de gewijzigde definitie van 'bouwwerk' is nog te begrijpen voor woonarken, watervilla’s, drijvende hotels en andere drijvende objecten die slechts in beperkte mate afwijken van woningen op het land. Voor bewoonde varende historische schepen zijn de gevolgen echter fors tot zeer ernstig. Een klein aantal voorbeelden:
- Bewoonde historische schepen worden in sterke mate belemmerd om van ligplaats te veranderen.
- Het beheer van historische en museumhavens wordt sterk beperkt.
- Het herbestemmen van nog varende historische vrachtschepen, slepers en vissersschepen tot bewoonbaar historisch schip wordt door de zwaardere eisen nagenoeg onmogelijk.
- Het behouden van erfgoed door het te gebruiken - hét adagium van de erfgoedsector én de rijksoverheid zelf! - wordt sterk belemmerd.
- Een groot deel van de varende woonschepen zijn voormalige bedrijfsvaartuigen met een bijzondere cultuurhistorische waarde als Mobiel Erfgoed. Met de voorgestelde wijziging komt het voortbestaan van veel van het varende erfgoed in gevaar.
Aanbevelingen
We willen de minister van Wonen en Rijksdienst dan ook de volgende aanbevelingen meegeven:
1. Erken dat de wetswijziging alleen bedoeld is voor woonarken, etc., niet voor varende schepen.
2. Stimuleer behoud door gebruik van Varend Erfgoed door zekerheid, soepele regelgeving en vermindering van lastendruk.
3. Betrek in het kader van behoud van erfgoed het ministerie van OCW en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
4. Onderzoek de knelpunten voor varende (woon-)schepen (bouwtechnisch, ligplaats, overgangsregeling).
5. Verleen bestaande en nieuwe historische schepen vrijstelling; Voer middels een handreiking een beperkte toets uit op (brand-)veiligheid (klaarblijkelijk gevaar).
6. Laat de toelating van schepen in historische havens bij de havens.
7. Maak gebruik van de kennis van de behoudsorganisaties, aangesloten bij de Federatie Varend Erfgoed Nederland (FVEN), zoals de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig (LVBHB.
Namens het bestuur van het Nederlands Platform voor Waterrecreatie (Platform Waterrecreatie, zie www.platformwaterrecreatie.nl )
Ir. P.H. Paternotte
seretaris