Wijziging Woningwet in verband met definitie bouwwerk
Reactie
Naam
|
Stichting Verenigde Hollandse Zeil Compagnie (VHZC) (P Wieberneit)
|
Plaats
|
Leiden
|
Datum
|
26 mei 2015
|
Vraag1
Wat is uw zienswijze ten aanzien van dit voorstel met betrekking tot het overgangsrecht en het vastleggen van de definitie van bouwwerk?
In de memorie van toelichting is sprake van:
"Varende schepen, binnenvaartschepen (en vrachtschepen) waar ook op gewoond wordt vallen niet onder de in dit wetsvoorstel opgenomen definitie van bouwwerk, ook niet als deze langer dan drie maanden op een bepaalde plek liggen. Die schepen zijn bedoeld voor de beroepsvaart en het wonen is dan van ondergeschikt belang. Een dergelijk schip is niet bedoeld ter plaatse te functioneren als bouwwerk".
Nederland telt 's-werelds grootste zeilende passagier vloot met ruim 400 historische zeilschepen, een deel van Nederlands maritiem erfgoed. Daarnaast worden ongeveer 50 voormalige, meestal kleine, motor-vrachtschepen gebruikt als passagierschip op Europese binnenwateren, de z.g. fietsvakantieschepen.
Deze schepen varen beroepsmatig seizoensgebonden (gedurende het vaarseizoen van ongeveer begin april tot ongeveer eind oktober ). Buiten hun vaarseizoen liggen deze schepen gemiddeld ongeveer 5 maanden op hun vaste winterligplaats. Deze schepen zijn voor hun passagiers als passagierschip ingericht om tijdens een korte of langere periode op te wonen (weekenden, weektochten, vakantietochten). Gedurende het seizoen woont ook de schipper, familie en bemanning aan boord in de daarvoor beschikbare, doorgaans historische woonverblijven.
Om deze schepen het hele jaar verantwoord te kunnen exploiteren heeft een deel van deze schepen gedurende de winterperiode een vergunning als B&B (Boat & Breakfast). Op een deel van deze schepen wordt uit veiligheidsoverwegingen en met het oog op het functioneren van de zeer uitgebreide technische installaties aan boord gewoond. Een deel van de schepen heeft de status van varend monument.
Al met al vallen al deze schepen onder de zeer strenge veiligheidsvoorschriften van de Nederlandse Scheepvaart Inspectie, Binnenschepenwet en gedeeltelijk onder ROSR (voorschriften voor de vaart op de Rijn) en kunnen deze zeilende passagier schepen (en motor passagier schepen) door hun specifieke bouw als historisch bedrijfsvaartuig niet voldoen aan de voorschriften van een “bouwwerk” onder de woningwet en/of onder de Wabo. Al deze wetgevingen kunnen zelfs met elkaar in conflict komen.
Naar ons inzien vallen alle zeilende passagier schepen (en motorpassagier schepen) niet onder de in dit wetsvoorstel opgenomen definitie van bouwwerk en dienen deze schepen als zodanig expliciet vermeld te worden in de wetswijziging om discussies over de uitzonderlijke status van deze schepen te voorkomen.
Bijlage