Wmo 2015: Invoering woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen (ambtelijk concept)
Reactie
Naam
|
Gemeente 's-Hertogenbosch (drs A.R.H.M. Roes)
|
Plaats
|
's-Hertogenbosch
|
Datum
|
10 augustus 2020
|
Vraag1
Ziet u mogelijkheden voor verbetering van het wetsvoorstel zodat de doelstellingen ervan effectiever en/of efficiënter kunnen worden behaald?
Er moet er eerst helderheid komen over de definiëring van beschermd wonen. In de WMO 2015 is sprake van beschermd wonen, waarbij zowel zorg als wonen door de zorgaanbieder wordt geboden (intramurale zorg zonder scheiding van wonen en zorg). Daarop is de Landelijke Toegankelijkheid beschermd wonen van toepassing, zoals ook is vastgelegd in de landelijke Overeenkomst en Handreiking. In de praktijk ontwikkelen zich steeds meer extramurale varianten van beschermd wonen met scheiding van wonen en zorg (geheel conform cie Dannenberg). De Landelijke Toegankelijkheid is niet van toepassing op beschermd wonen met scheiding van wonen en zorg. Maar daarover is in den lande geen consensus.
De Landelijke Toegankelijkheid was al bijzonder in combinatie met decentralisatie. Met de doordecentralisatie, woonplaatsbeginsel en extramuralisering van beschermd wonen vinden we Landelijke Toegankelijkheid definitief geen logisch onderdeel meer hier. Bij de wens tot gegarandeerde dekking van beschermd wonen voor de gehele doelgroep moet het Rijk wellicht andere maatregelen treffen.
Bij het voorstel woonplaatsbeginsel vinden we het een goede zaak dat gemeenten ook bij beschermd wonen primair verantwoordelijk zijn voor hun eigen inwoners. Belangrijk is dat de beste zorg voor de kwetsbare burger daarbij centraal staat, daar waar het meeste perspectief op herstel is. Wij zien het meeste heil bij deze zwaardere vorm van WMO in een voorzieningenstructuur lokaal en in de regio op basis van vrijwillige samenwerking tussen gemeenten, gestoeld op objectieve verdeling van middelen. Dat vergt ook goed samenspel tussen gemeenten, waarbij het niet zo mag zijn dat men kwetsbare burgers buiten de eigen gemeente plaatst omdat het daar goedkoper is. Er is misschien nog meer nodig om te bewaken dat elke gemeente/regio een adequate voorzieningen structuur heeft.
We vinden het nog onvoldoende helder in het voorstel hoelang de woonplaatsgemeente of bekostigende gemeente verantwoordelijk blijft voor bekostiging van beschermd wonen per situatie. Aanvullend op artikel 1.2.1. zien we graag een maximering van deze zorgplicht. In de studiebijeenkomst voorjaar 2020 leek drie jaar het meeste draagvlak te hebben.
Vraag2
Zijn er andere punten in het ontwerpbesluit die naar uw mening aandacht behoeven of die het ontwerp kunnen versterken?
Helaas spelen daarbij ook soms andere belangen en oneigenlijke motieven nogal eens een rol. Het komt voor dat zorgaanbieders goedkope huisvesting aanbieden en daarmee kwetsbare burgers verleiden bij hen zorg af te nemen. Terwijl daarbij zeker niet altijd sprake is van de meeste kans op herstel. Landelijke Toegankelijkheid wordt hier dan ge- of zelfs misbruikt om aan te kloppen voor beschermd wonen in een andere centrumgemeente of regio. Hierbij speelt het gigantisch probleem van gebrek aan betaalbare woningen in Nederland. Dat geeft ook grote druk op beschermd wonen.
Er is bij ons verwarring over formele en feitelijke invoering en implementatie van doordecentralisatie beschermd wonen, objectief verdeelmodel en woonplaatsbeginsel. Wij pleiten voor maximale samenhang en afstemming van deze drie trajecten ter versterking van elke maatregel afzonderlijk, hun onderlinge samenhang en van de transformatie van beschermd wonen.